Met de band Tommy Tutone maakte Jim Keller in de jaren 80 powerpop. Daarna vertrok hij van San Francisco naar New York om er manager te worden van Philip Glass. In 2005 begon hij zelf weer muziek te maken en By No Means (Continental Song City) is zijn vierde plaat sindsdien. Keller speelt het cool. Hij combineert met speels gemak een grotestadsgeluid met countrysoul. Daarbij wordt hij geholpen door schoon volk. Mitchell Froom zat in de stoel van producer en nam ook plaats achter de toetsen en nog zo het een en ander. David Hidalgo van Los Lobos is de gitarist. Direct vanaf opener Easy Rider valt de voortreffelijke productie op. Strak en toch met soul. Op Laying On The Tracks druipt het toetsenspel als waterdruppen van ijspegels op een stenen vloer ergens op de achtergrond, terwijl het gitaarwerk van Hidalgo onderkoeld funky is. ‘People say I’m cray, but I don’t care’, verklaart Keller. Zijn zang houdt het midden tussen Rick Danko en Robbie Robertson. Op Maria Come Home duikt die stem nog wat de diepte in, terwijl hij een tekst oplepelt over straatlichten en tequila die de pijn moet verlichten. Don’t Get Me Started klinkt als Tom Waits tijdens een dag in de fabriek. Mitchell Froom produceerde naast heel veel andere artiesten ook The Del Fuegos en op de een of andere manier hoor je dat terug op deze zeer fijne plaat.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie