The Squirrel Nut Zippers waren in de jaren 90 succesvol met het opnieuw onder de aandacht brengen van de vooroorlogse muziekstijlen swing en hot jazz. De band van de uit Mississippi afkomstige Jimbo Mathus piekte in 1996 met Hot, waarop violist Andrew Bird uit Chicago voor het eerst te gast was. Mathus sprong daarna op zijn solo-albums van country naar blues naar rock-’n-roll. Altijd lekker rauw. Bird bleef nog even in de retro, waarna hij opzien baarde als kunstfluiter met gelaagde folkpop. De hernieuwde samenwerking op These 13 (Wegawam/Thirty Tigers/Bertus) levert een uiterst krachtig album op met voornamelijk akoestische country en blues. De dertien nummers die ze schreven namen ze op rond één microfoon en ze klinken daardoor alsof ze al decennia meegaan. Ze gaan over Poor Lost Souls die dakloos zijn. Er wordt zilver en goud uit broekzakken gestolen op Jack O’ Diamonds. Dit alles is ver verwijderd van de opgewekte klanken van de Zippers destijds. Hier heerst donkerte. Hoewel… Op de gospel van Stonewall (1863) gaan de twee met opgewekt gemoed naar gene zijde.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie