Er was wat overredingskracht voor nodig geweest, maar eindelijk hadden ze haar zover. Nee, ze wilde beslist niet poseren. Afwerende gebaren. Jim Mayfield, fotograaf van de krant Springfield News-Leader, had het keer op keer geprobeerd, maar zonder succes. Totdat Lydia Bonham in een gekke bui toegaf. Ze nam een Hollywood-pose aan en Mayfield drukte af. Die foto staat op de hoes van It’ll Shine When It Shines, de tweede plaat van The Ozark Mountain Daredevils.
De band was voor het debuut naar Londen gevlogen, maar deze keer reisde producer Glyn Johns naar Amerika. Hij wilde de band in de eigen omgeving vastleggen. Op de Ruedi Valley Ranch nabij het plaatstje Aldrich in Missouri ging de zes leden sterke formatie uit het Ozarkgebergte aan de slag.
Lydia Bonham verzorgde het eten. Het ontbrak de langharige hippies van The Ozark Mountain Daredevils en al die andere mensen die bij de opnamen betrokken waren aan niets. Aan lange picknicktafels kregen ze ontbijt, lunch en diner voorgezet. De leden van de band hielden van de vrouw die niet voor een kleintje vervaard was. En was het niet prachtig dat ze iemand uit hun eigen omgeving betrokken bij dit project? De countryrock met invloeden van bluegrass was toch al diep geworteld in de streek in Missouri. Hoe kun je het respect voor je roots beter tonen dan met een foto van een streekgenoot op leeftijd op de voorkant van de hoes?
Op jonge leeftijd was Bonham twee echtgenoten verloren. Daarna moest ze het zelf zien te rooien. Met de zorg voor een ziekelijke zoon. Met hard werken voorzag ze in haar bestaan. Als het dak lekte, dan klom ze er zelf op om het te repareren. Iedereen in de omgeving kende haar. Een pittige tante. Vreemdelingen werden begroet met de loop van een geweer, dat naast haar bed stond.
Op zondag 30 juni 1985 zagen buurtgenoten die onderweg waren naar de kerk haar op de veranda liggen. Ze was overleden. Er lag bloed. In eerste instantie dacht men dat ze gevallen was. Maar nader onderzoek leerde dat ze was mishandeld en omgebracht met een schot van dichtbij in het hoofd. Een moord die nooit werd opgelost. De buurtgenoten hadden teveel sporen gewist met hun aanwezigheid voordat de politie ter plaatse was. Het geweer van Bonham stond gewoon naast haar bed. Dat voedde de geruchten dat ze door een bekende was omgebracht.
Op de klaphoes van Uncle Charlie & His Dog Teddy van The Nitty Gritty Dirt Band staat een foto van de twee naar wie het album vernoemd is. En dat niet alleen, op de plaat staat ook een interview met Uncle Charlie, die zijn hond Teddy met enige moeite laat meehuilen als hij een liedje begint. Een prachtplaat. Weliswaar schreven de groepsleden nauwelijks eigen nummers, maar de manier waarop ze oude traditionele vormen van countrymuziek combineren met uit de bocht vliegende rock was ronduit meesterlijk.
William Elliott Whitmore heeft zelf altijd al geklonken als een oude man. Gebarsten stem, donkere liedjes, banjo en gitaar. Op Kilonova brengt hij liedjes die hem hebben gevormd. De op een boerderij in Arkansas opgegroeide singer-songwriter doet nummers van artiesten variërend van Dock Boggs tot Bad Religion. Op de hoes staat een foto van zijn overgrootouders. En die titel? Die slaat op de astronomische gebeurtenis wanneer twee neutronensterren met elkaar botsen of het zwarte gat invliegen. Dan ontstaat iets nieuws, met de kenmerken van het oude. Net zoals bij de covers van Whitmore.
Sackcloth ’n’ Ashes van Sixteen Horsepower is zwaar beïnvloed door de religieuze beelden van frontman David Eugene Edwards. Zijn opa was een dominee die hel en verdoemenis preekte. Dat wilde Edwards niet, maar eigenlijk toch ook weer wel. Het zou uiteindelijk tot het einde van de band leiden, want Jean Yves-Tola en Kevin Soll hadden niets met religie. Op de Amerikaanse cd stond een foto van de grootvader op de hoes. Om onbegrijpelijke redenen vond de marketingafdeling in Europa het nodig om die foto in te wisselen voor een portret van de band.
The Nitty Gritty Dirt Band – Uncle Charlie & His Dog Teddy (1970)
The Ozark Mountain Daredevils – It’ll Shine When It Shines (1975)
William Elliott Whitmore – Kilonova (2018)
Sixteen Horsepower – Sackcloth ‘n’ Ashes (1996)
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie