Rare dromen die je je maar nauwelijks kunt herinneren, dat is het gevoel dat Tom Rodwell over wil brengen met zijn liedjes. Hij zoekt naar een groove om in te verdwijnen, maar niet zonder de controle te verliezen. Traag en slepend begint Wood & Waste (Fireplace) met Don’t Be A Fugitive All Your Life. Niet alleen zijn stem, maar ook zijn stijl doet hier sterk denken aan Stephen Stills ten tijde van Manassas. Het met een dwarse mellotron gebrachte Keep On Knockin’ ligt in het verlengde van het werk van Randall Bramblett. Ook Plenty Time houdt zich op langs de randen van jazzrock. Carry On wordt gekenmerkt door een bijzondere, open structuur in de verte omringd door drums en percussie. Rodwell is een in Nieuw-Zeeland woonachtige Brit, die met zin voor experiment zoekt naar nieuwe vergezichten. Soms vanuit een rootsy invalshoek, dan begint een nummer bijvoorbeeld met slidegitaar, maar op het dreutelende She Got Me Boiling valt eerder te denken aan Afrikaanse jùjú zoals King Sunny Adé die bracht. Zelf vergelijkt hij het met de calypso van Mighty Sparrow. Rodwell zet een dunne, hoge stem op in het nummer. Een werkje dat je in een trance kan brengen, maar als je daar niet gevoelig voor bent, duurt het wel net iets te lang. Dat geldt eigenlijk voor het laatste deel van deze analoog opgenomen plaat. Na de wat slappe funk van Small Town blijven Make Believe en Dead End Road ook wat hangen in het oneindige.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie