Yonder Boys is een trio uit Berlijn, maar de leden komen uit andere hoeken van deze aardkloot. Acid Folk (Blue Whale Records) is een afwisselende plaat waarop experiment en traditie hand in hand gaan. Op Rabbit Song kiest de viool van gast Héloïse Lefevbre de ruimte en tekent daar wilde figuren. Verder is er een banjo die door de melodie vliegt. Denk aan Sixteen Horsepower of Rose’s Pawn Shop. Mumma’s Boy is meer old-time met die samenzang. Het trio bestaat uit de Amerikaan Jason Serious (zang, gitaar, uit VS), Australiër David Stewart Ingleton (zang, banjo) en de uit Chili afkomstige Tomás Peralta (zang, banjo, gitaar, mandoline, bas, toetsen, drums). Op New Bohemians zingen ze over zichzelf, drie wereldburgers met heimwee in Berlijn. Op dit nummer en ook op The Great American Pussy Grab (jawel, dat gaat over Trump) is het alsof Rank And File in de studio staat met The Mamas & The Papas. Interessant genoeg en de zang met daarbij ook nog de toevoeging van de stem van Mabloni is fraai. Op enkele nummers zijn er toevoegingen van tuba, trompet, saxofoon of Franse hoorn. En op Mosey On Down speelt Shiomi Kawaguchi een shamisen, een Japans snaarinstrument. House Carpenter is een bekende Schotse traditional die je enkele eeuwen terugvoert in de tijd.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie