Hij deed Amsterdam al eerder aan: Ian Noe uit Beattyville, Kentucky. Op maandag 31 augustus 2019 stond de inmiddels 32- jarige Noe immers al als een van de acts (samen met o.a. Paul Cauthen en Susto) op het affiche van een editie van het Sugar Mountain-festival in Paradiso en niet veel later, 13 februari 2020, was hij (met Kelsey Waldon als support) terug op Noord, in de Tuinzaal van de Tolhuistuin. Beide keren met slechts zijn debuutalbum Between The Country onder zijn arm, beide keren solo; in z’n uppie.
En dat solo soms lastig kan zijn kwam indertijd met name tot uiting tijdens Sugar Mountains; niet dat dit optreden tegenviel, maar alleen in de grote zaal voor een zittend publiek, het bleek toen best een opgave. Niet vanwege zijn vakkundig gesmede songmateriaal, maar het gaf toen wel het gevoel dat Noe – niet echt begiftigd met veel verbindende tekstjes – een klein beetje verzoop; het was toen wel mooi, maar ook ietwat steriel.
Vrijdagavond in de grote zaal van de Tolhuistuin was dat anders, want deze keer wist Noe zich omringd door een strakke ritmesectie én een prima (slide)gitarist. En dat paste. Ook zijn nieuwe album River Fools & Mountain Saints, dat eerder dit jaar verscheen, maakte in zekere zin een verschil ten opzichte van zijn eerdere optredens.
Nadat Wade Sapp ruim een half uur op een aangename, onderhoudende wijze (hij voelde zich zoals in een van z’n songs duidelijk At Ease) de zaal had opgewarmd, waren het Noe (foto links) en zijn kompanen die in een redelijk hoog tempo er twintig (inclusief toegift Road May Flood/It’s A Heartache) songs doorheen jasten. Niet dat er sprake was van afraffelen, maar ook deze keer waren de bruggetjes tussen de songs van maar weinig woorden voorzien. Niet erg want het tempo kwam de bijtijds stevige aanpak zeker ten goede. Met mooie vertolkingen van songs als Tom Barrett, het indringende My Last Stampede, Barbara’s Song, Junk Town en natuurlijk Irene (Ravin’ Bomb), kweten Noe én consorten zich bekwaam van hun taak; het spelplezier was zeker zichtbaar.
En toch was het intermezzo – zo tegen het einde van de set – met alleen Noe wellicht het beste deel van dit optreden. Nog steeds zonder veel poespas kwamen songs als If Today Doesn’t Do Me In en River Fool fraai en authentiek over. Ook nieuwe pennenvrucht Highway 52 behoorde tot dit kransje ingetogen songs.
Dat Noe met zijn fraaie songs in zekere mate de geest van John Prine oproept is geenszins een vervelende vaststelling. Een bevestiging dat deze jonge songsmid uit The Bluegrass State in de voetsporen van een Prine zijn muzikale pad vrijwel zeker succesvol zal uitbouwen.
Foto’s: Peter Hageman
12/06/2022 Permalink
Ben het helemaal je eens, Leo. Óók je conclusie wat betreft zijn eerdere optreden in de grote zaal te Paradiso. Fijne avond dit recente optreden in de Tolhuistuin.
18/06/2022 Permalink
Vond het veel te hard (100 dB), lijkt wel of PA op maximum geluidsterkte moet staan, onafhankelijk van soort muziek en niet volle zaal?
alle subtiliteit van stem en akoestische gitaar weg.
21/06/2022 Permalink
Het was goed om Ian een keer met band te zien optreden, prachtig optreden van de man alleen de bas stond veel te hard en zo nu en dan leek het alsof de bassist de nummers niet goed kende, maar dat is gelijk weer het mooie van live-optredens. Het stuk solo was adembenemend de zaal was muisstil!
Weet iemand misschien met welk nummer het concert begon?
22/06/2022 Permalink
Letter To Madeline