Het is aan David Olney te danken dat Jan Donkers elke ochtend opstaat in de wetenschap dat zijn partner zijn op niets gebaseerde chagrijn uit zijn hoofd zal proberen te masseren. Een meisje met zachte stem en klein handschrift, zo omschrijft hij haar. Ze belde Donkers in de vroege lente van 1994 en vroeg hem of hij belangstelling had om Olney live in zijn radioprogramma Sunday Morning Coming Down te laten spelen. Dat had hij wel. Olney vergat na afloop zijn toilettasje, zodat dat meisje een paar dagen later het kwam ophalen bij de journalist, auteur en radio-dj thuis.
Het zijn dit soort persoonlijke noten die van Forty Tracks een alleraardigst boek maken. Een autobiografie aan de hand van veertig liedjes die iets hebben betekend in het leven van Donkers. Zijn buurtgenoot Hansje Joustra kwam met het idee. Volgens de uitgever van Concerto Books moest Donkers er wel even over nadenken. Toen Joustra liet weten dat de internationale elite van striptekenaars de verhalen zou illustreren was er geen weg terug voor de nestor van de Nederlandse popjournalistiek.
Veertig liedjes. Veertig artiesten. Veertig verhalen. Veertig tekeningen. Zo’n boek begin je niet bij hoofdstuk 1, maar bij een persoonlijke favoriet. Doug Sahm dus. Oftewel Sir Douglas. Oftewel de Texas Tornado. Die belde Donkers ook op. Meer dan eens zelfs en altijd vroeg in de ochtend als hij net geland was op Schiphol. Een spraakwaterval die uit het vliegtuig was gerold. Een paar uur later stonden Donkers en Doug dan in het Vondelpark een honkbal over te gooien. Jan beschrijft hem als een van de zachtaardigste mensen die hij heeft gekend. Hij mist hem. Gelukkig heeft hij een stuk of veertig platen van hem die hij nog vaak draait. Meestal in de ochtend.
Plaatjes draaien, dat is toch wel het leukste wat er is. En ondertussen een beetje lezen en tekeningen bekijken. Tijdens het tikken van dit stukje luister ik naar Groovers Paradise. Van Doug Sahm dus. En zo meteen schuif ik People Are Beautiful van Garrett T. Capps maar weer eens in de cd-speler. Met die Texaan, in vele opzichten de opvolger van Sahm, heb ik zelf een speciale band opgebouwd.
Achttien tekenaars werkten mee aan het boek. Zo zien we het werk van gerenommeerde illustratoren als Joost Swarte (het portret van Jan op de cover en verder Jonathan Richman en Doug Sahm), Erik Kriek (Everly Brothers, Gram Parsons, Loudon Wainwright III, Dolly Parton), Gerrit de Jager (John Lennon), Robert Crumb (Frank Zappa, Son House, B.B. King, Merle Haggard) en Christoph Mueller (Bruce Springsteen, Billy Bragg, Fred Eaglesmith). En dan is er helemaal achterin nog een portret van Jan getekend door een Cubaanse straattekenaar.
Het gaat in het boek over liedjes en artiesten, maar ook over de vele reizen van Donkers om al die mensen te ontmoeten. Over het geluksmoment in de taxi in San Francisco, waar hij net is geland voor een tijdelijke baan aan de universiteit, als California Dreamin’ van The Mamas & The Papas over de autoradio klinkt. Het ultieme liedje over Californië.
Hoe bereisd Donkers ook is, in het Drentse Spijkerboor is hij blijkbaar nog nooit geweest. Dat wordt duidelijk in het hoofdstuk over Fred Eaglesmith. Een man van sterke opinies volgens Donkers. Wat blijkt? Eaglesmith wil nooit meer optreden in Spijkerboor. Waarom niet? ‘No Febo, no Fred!’ Donkers komt dan met de tegenwerping dat Wormerveer en Purmerend zich op een paar minuten rijden bevinden en dat ze daar wel een Febo hebben. Maar het gaat hier niet om Spijkerboor in Noord-Holland, maar om Spijkerboor in Drenthe. Daar staat al meer dan 270 jaar café ’t Keerpunt. En Fred Eaglesmith trad er meer dan eens op.
Donkers koos niet alleen maar americana; in Forty Tracks staan ook (liedjes van) artiesten als Eros Ramazzotti, Guillermo Portabales, André Hazes en Ramones. Over die laatste band schrijft hij: ‘Dat ik in de ogen van menigeen een weirdo was omdat ik tot op hoge leeftijd blijf beweren dat zij de beste band aller tijden waren, maakt het er voor mij niet eenvoudiger op. Maar zoek het uit, noem het een statement, feit blijft: een paar minuten Blitzkrieg Bop in de ochtend en de dag kan niet meer stuk.’
Muziek kiezen die je zelf leuk vindt, dat tekent de echte liefhebber. En dat is Donkers. Dat blijkt ook uit het eerste hoofdstuk. Dat is niet geschreven door Jan, maar zijn zoon Sander Donkers. Die legt uit hoe zijn vader destijds nummers uitkoos voor op VPRO-radio. En hoe hij zijn vader daarbij hielp als die stond te koken. Sander liet dan de naald zakken en Jan maakte al na een paar seconden duidelijk of hij iets mooi vond of niet. Bij The River van Bruce Springsteen hoefde de naald niet steeds omhoog.
Jan Donkers – Forty Tracks
Uitgever: Concerto Books
Prijs: 29,99 euro
13/11/2022 Permalink
prachtboek van de man die voor 75% mede-verantwoordelijk is voor de inhoud van mijn platenkast…
13/11/2022 Permalink
Voor mij geldt hetzelfde. Jan Donkers is mijn belangrijkste gids geweest door de jaren heen m.b.t het ontwikkelen van mijn muzikale voorkeuren.( van zijn top 10 uit de jaren 70 heb ik er 8 in mijn platencollectie). In het verleden zo’n 250 minidiscs opgenomen van zijn diverse radioprogramma’s. Geweldige muziekkennis en dan die stem!
14/11/2022 Permalink
“Dank je, snor” – Kees van Kooten.
15/11/2022 Permalink
Is er iemand die weet welke radioprogramma’s Jan Donkers op welke dagen heeft gemaakt?