We breken hier, opnieuw, een lans voor Orango. Dat deden we al eerder met recensies van Evergreens en het verbluffend goede The Mules Of Nana. Het Noorse powertrio combineert southern rock en classic rock met prachtige samenzang a la Crosby, Stills & Nash of America. Zo ook weer op Mohican (Stickman Records), het zevende album van de band (die overigens al meer dan 20 jaar bestaat). En dat gaat er hierin als koek. The Creek opent met een eenvoudig basloopje en zang, daarna nog een rustig vervormde gitaar en blazers om na anderhalf minuut los te barsten met een scheurendegitaarriff. Daarna is het alle riemen vast; het tekent de diversiteit van de songs van Orango. Het moet heerlijk zijn om er zo op los te rammen en ondertussen samen de sterren van de hemel zingen. In een paar songs houden Helge Bredeli Kanck (gitaren), Trond Slåke(drums) en Hallvard Gaardløs (bas) het betrekkelijk rustig zoals in het hemelse Hawkeye In Love en het grotendeels akoestische Ain’t No Road, maar in de meeste songs laten de mannen hun innerlijke ZZ Top, Deep Purple en Black Crowes los. Dat betekent: draaien op vol volume en vuist in de lucht. Tien songs, tien hits!
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie