Een drumroffel alsof Bill Haley zo in zal vallen, zo begint Can Chaser, het eerste nummer op On The Ranch (Normaltown Records/V2 BeNeLux) van Emily Nenni. Dan pakt de steelgitaar het over en die brengt ons bij de koningin van de rodeo die in volle vaart op een appaloosa om een aantal vaten vliegt. Nee, dat is Nenni niet. Ze vertoefde tijdens de lockdown weliswaar op een ranch in Colorado, maar een cowgirl is ze niet. Ze kookte er en deed wat andere klusjes en schreef ondertussen de nummers voor dit album. Ze was er op uitnodiging van Mike Eli, haar producer en gitarist. Weliswaar is de in Californië opgegroeide Nenni geen echte cowgirl, maar als countryzangeres slaagt ze glansrijk op dit album. En echt niet alleen door haar geweldige band. Op dit nummer rollen de gitaarakkoorden van Eli als een truck over de highway. En op het titelnummer spartelt de dobro van Eddy Dunlap als een kalfje door de tekst waarin Nenni probeert te wennen aan het leven op de boerderij, waar ze is om haar problemen te vergeten. Een zware beat alsof het een nummer van Waylon Jennings is, ondersteunt haar. Als zangeres heeft de tegenwoordig in Nashville vertoevende Amerikaanse haar eigen stem gevonden; ze hoeft niet haar best te doen om country te klinken. Bij dit soort honky tonk hoort natuurlijk hartzeer. Leavin’ dus. Maar het is Nenni zelf die er vandoor gaat. Het begint bijna als Emmylou Harris. Ook op Gates Of Hell laat ze niet met zich sollen. Op In The Mornin’ zijn Nancy Sinatra en Bobbie Gentry qua zang ijkpunten.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie