Tim Grimm koos voor een andere aanpak voor The Little In-Between (Cavalier Recordings). Voor het eerst nam hij niet op in de vertrouwde omgeving thuis in Indiana, maar reed hij naar een studio in Norman, Oklahoma, om de nummers van dit album op te nemen. Negen stuks zijn het er, opgenomen in één dag. Dat wil zeggen, de basis van zang en gitaar. Daarna voegde Alice Allen nog wat streken op cello toe in Schotland. En Sergio Webb (elektrische gitaar en steelgitaar) kleurde de liedjes in Santa Fe, New Mexico, verder in met Mark Clark (drums) en Justin Bransford (bas). Het eindresultaat is verbluffend sterk. De werkwijze deed vooraf de wenkbrauwen fronsen. Want waarom veranderen? Immers, er viel eigenlijk niets op te merken op zijn albums met zijn zonen en de naar Amerika getrokken violist Diederik van Wassenaer. En dan was er nog een ander puntje: de liedjes van Grimm gaan voor het eerst vooral over zichzelf, terwijl hij in het verleden juist indruk had gemaakt als een sterk observator. Maar alle bedenkingen vielen al snel weg. Vanaf de dreigende cellostreken op The Leaving, een liedje over het forceren van een beslissing waarmee het album begint, is duidelijk dat Grimm nieuwe energie heeft gevonden. De hobbelende melodie van Lonesome All The Time brengt het soort countryfolk dat nooit verveelt. Op I Don’t Know This World klinkt hij een beetje als David Olney. Een voor de hand liggende vergelijking misschien, want Sergio Webb was jaren diens vaste begeleider, maar opvallend genoeg om te vermelden. Stirrin’ Up Trouble is opruiend als een Ray Wylie Hubbard of Malcolm Holcombe. Op New Boots gaat het over de vader van Grimm, zoals het op vorige werkstukken zo vaak over zijn familie en afkomst ging. Bij Twenty Years Of Shadows noteerden we de namen van Joe Ely en Dave Alvin. Geen wonder dus dat we hier op vijf sterren uitkwamen. Binnenkort staat Grimm met Sergio Webb op de Nederlandse podia. Zie de agenda.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie