In de annalen van de countryrock wordt Earl Scruggs zelden genoemd. Op zich begrijpelijk, want zijn naam staat al met hoofdletters vermeld in de geschiedschrijving van de bluegrass. Toch verdient hij ook aandacht voor zijn bemiddelende rol in het huwelijk tussen country en rock. Op banjo had hij eerst vernieuwing gebracht in het genre dat tijdens zijn hoogtijdagen bluegrass ging heten, daarna stelde hij zich open voor nieuwe ontwikkelingen zoals rockmuziek. En wat is er dan logischer om muziek te maken met je zonen? Op de hoezen van The Earl Scruggs Revue is de veteraan het trotse middelpunt.
De samenwerking met Lester Flatt liep spaak door de interesse die Scruggs had voor invloeden van buiten de bluegrass. The Dillards vond hij heel interessant bijvoorbeeld. Dat is niet zo gek, want Doug Dillard was een volgeling van de manier van spelen op banjo zoals Scruggs het had geïntroduceerd. Via zijn zonen Gary, Randy en Steve hoorde hij nog veel meer afwijkende muziek. The Nitty Gritty Dirt Band bijvoorbeeld. In de vorige aflevering stond al dat Scruggs een bepalende rol had in de totstandkoming van Will The Circle Be Unbroken, waarop een vorige generatie countrymusici de rockband ontmoette. Hij was de eerste oudgediende die toezegde om samen te werken met de band. En daardoor hapten ook andere legendarische namen toe.
Dat uit drie elpees bestaande meesterwerk kocht ik eind jaren 70 als cut-out bij Dick’s Platenbar in Drachten voor 15 gulden. Wat was ik er blij mee. Nog steeds trouwens. Op de binnenhoezen staan enkele artikelen uit 1971 over de bijzondere samenwerking. In The Nashville Tennessean legt Roy Acuff uit waarom hij toehapte om de studio in te gaan met die jonge jongens met lange haren. Het was Wesley Rose, met wie Acuff een zakelijke verbintenis had als eigenaar van het in auteursrechten gespecialiseerde Acuff-Rose, die hem had overtuigd om het avontuur aan te gaan. Rose dacht dat het goed zou zijn voor het onderlinge respect tussen de generaties. En dat zou immers weer goed zijn voor de platenbusiness.
Het andere stuk komt uit Rolling Stone en is van de befaamde auteur Chet Flippo. Hij schetst de situatie in Nashville, waar countrymuziek steeds meer op een industrie is gaan lijken. Er was strijd op meerdere fronten. Platenbazen die de voorkeur gaven aan violen boven fiddles en artiesten die daar met tegenzin mee instemden. Omwille van de verkoop. En dan waren er ook nog de tegenstellingen tussen puristen en progressieven. Will The Circle Be Unbroken bracht in ieder geval voor het moment harmonie. Flippo beschrijft met lichte verbazing en bewondering het organische opnameproces in de studio.
Earl Scruggs was niet bang voor de gevolgen van de samenwerking met hippies. Hij had toch al een bijzondere status in de conservatieve countrywereld. Zijn collega’s spraken er schande van dat hij had deelgenomen aan vredesprotesten. Het dreef hem alleen maar meer in de armen van pop en rock.
Met zijn zonen Gary, Randy en Steve begon de virtuoos op banjo The Earl Scruggs Revue. Eerlijk is eerlijk; echt opzienbarend zijn de albums van de band niet. De combinatie van bluegrass en rock voegt niet veel toe aan de countryrock van dat moment.
Maar toch, die hoezen! Vooral de foto van het titelloze album is fraai. Rechts met suède jack zit Randy, vooraan ligt Gary die er met zijn rode laarzen uitziet als een glamrocker uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Steve (linksachter) voegt met zijn shirt met lange kraagpunten flower power toe. Linksvoor zit Jody Maphis, die met zijn schoeisel van repen leer in verschillende kleuren net als Gary aansluiting lijkt te zoeken bij de dat moment heersende glamrock. Helemaal achteraan staat de uit bluegrass afkomstige Josh Graves die er op latere albums niet meer bij zou zijn.
The Earl Scruggs Revue – The Earl Scruggs Revue (1973)
The Earl Scruggs Revue – Volume II (1976)
The Earl Scruggs Revue – Family Portrait (1976)
The Earl Scruggs Revue – Bold & New (1978)
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie