Op de website van Elliott Brood staat een biografie van slechts één regel. ‘Doing it the hard way for 20 years’, is alles wat de drie Canadezen kwijt willen. We volgen ze al sinds het begin, maar de laatste jaren schreven we niet meer zo dikwijls over het trio. In 2017 recenseerden we Ghost Gardens en vorig jaar kwamen ze aan bod in een verslag van het Blue Heart Festival in Alkmaar. Town And Country (Six Shooter Records) is een goede reden voor weer eens een recensie. Want wat een geweldig album is dit. Momenteel doet de band weer een rondje Nederland (zie agenda) en op basis van dit nieuwe werk zeggen we: gaat dat zien!
In het verleden speelden ze tamelijk experimentele death country, waarbij ze de neiging hadden soms iets te blijven ronddwalen in hun eigen liedjes. Daarvan is geen sprake op deze nieuwe, waarvan de verschijningsvorm overigens wat onduidelijk is. Sinds november vorig jaar werd Town beschikbaar op Bandcamp en Spotify, op 12 april zou Country beschikbaar zijn. Dat laatste klopt ook, maar er is nu ook de combinatie Town And Country. Daarop staan 14 liedjes, waarmee van zowel Town als Country één nummer wordt afgehaald. Van Town ontbreekt Rise Up With Fists van Jenny Lewis. En van Country heeft Out Of Time van The Rolling Stones het niet gehaald. Daarover niet te lang getreurd, ook al omdat zowel Town als Country ook afzonderlijk nog zijn te streamen.
Wat overblijft is grotendeels sprankelende countryrock met heerlijke samenzang. Opener Rose City is als vanouds behoorlijk experimenteel en rockt flink. Op Paper Money gaat het over een ‘old shitty bar’ waar je niet meer met cash kunt betalen. Wat een ellende. En de vrouw is er ook nog vandoor. Maar het klinkt wel alsof Flying Burrito Brothers met John Prine worden gecombineerd. Evelyn is het tragische verhaal van een vrouw die een verdieping hoger woont in het appartementencomplex. Nooit heeft er iemand van haar gehouden. ‘A father cruel and a mother cold.’ Dan maakt het niet uit dat de familie leefde in welvaart; helemaal niet als de vader het gezin in de steek laat. Evelyn maakt na een bestaan zonder warmte een einde aan haar leven. Een hartverscheurend nummer. Dried Up begint met geklap als iets van geketende gevangenen. Rise Up With Fists heeft ook een goede cadans, ook al moet de figuur waarover het gaat zich voortbewegen met een enkelband. Op het deel Town is Elliott Brood meer country dan ooit tevoren.
Het deel Country begint met een stampend nummer over truckers en bikers dat ook van Slade had kunnen zijn: Wind And Snow. Of van Joe Ely op Musta Notta Gotta Lotta. Op Postcard Pretty is het al net zo fijn stampen. C’Mon Let’s Go lijkt beïnvloed door de late Beatles. Mocht het nog niet duidelijk zijn: geweldig album van Casey Laforet (zang, gitaar, bas, piano, percussie), Mark Sasso (zang, gitaar, banjitar, bas, percussie) en Stephen Pitkin (zang, drums, percussie, toetsen). Misschien wel het beste werkstuk van Elliott Brood.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie