The Gringo Pistoleros bestaan uit Cory Grinder en zijn band The Playboy Scouts en Lazarus Nichols. Grinder (zang, gitaar, piano, fiddle) en Nichols (zang, gitaar) kwamen elkaar jaren geleden tegen als straatmuzikant ergens in Ohio. Nichols kwam daarna terecht in Austin, waar hij emplooi vond als toetsenist in de band van Libby Koch. De veel jongere Grinder hernieuwde het contact tijdens een bezoek aan de muziekstad. The Rise And… Subsequent Fall Of The Texas Alien (eigen beheer) is het resultaat. Een band als The Gringo Pistoleros is precies wat Austin nodig heeft om het er een beetje weird te houden. De laatste jaren hebben zakenlui het steeds meer voor het zeggen gekregen in de Texaanse hoofdstad, dus wat tegenwicht van een stel niet al te ambitieuze kerels die lekker zwabberende countrymuziek spelen kan geen kwaad. Het album staat vol met zulks. Opener That’s How I Got To Memphis van Tom T. Hall krijgt best een aardige uitvoering, maar opzienbarend is het niet. Welbeschouwd zijn de eigen nummers dat ook niet, maar het buitenaardse wezen waar het hier over gaat brengt wel mooi de gekte van Austin in de jaren zestig en zeventig eventjes terug. Luister maar eens naar I’ll Walk The Line (For Your Hoochie Coo). Je ziet de cowboys en hippies al samen dansen op de losse manier waarop hier gemusiceerd wordt. Stephen ‘Tebbs’ Karney legt lusjes op de steelgitaar om iedereen op die houten dansvloer even te laten struikelen. De traditional Crawdad Song wordt gebracht met een vleugje western swing. Op The Cat Came Back klinkt een trompet die aan de haal lijkt te gaan met het thema van Pink Panther. Er zit wat oude jazz in het nummer, denk aan Cab Calloway. The Gringo Pistoleros besluiten met Dire Wolf, waarvan het origineel te vinden is op Workingman’s Dead van Grateful Dead. Past precies, muziek voor cowboys en hippies.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie