Het is niet snel genoeg en ook niet luid genoeg om het cowpunk te noemen, dus bedacht Natalie Fratino van The Smokey Lonesome de term garage-country. Ben Vaughn noemt het volstrekt originele countryrock, waarbij je volgens hem echt geen idee hebt uit wat voor invloeden dit is ontstaan. Daar heeft hij wel een punt. Laten we dus maar beginnen met de mededeling dat de ep Desert Run (eigen beheer) uiterst rommelig overkomt. Typisch iets wat in de woestijn ontstaat, dit kwartiertje muziek met vijf nummers. Op de een of andere manier lijkt een vergelijking met The Original Harmony Ridge Creekdrippers op zijn plaats, waarbij gezegd kan worden dat de verrichtingen van Mark Olson en Victoria Williams destijds een stuk professioneler overkwamen. Naast Fratino (zang, bas, Wurlitzer, accordeon) bestaat The Smokey Lonesome uit Dave Porter (zang, gitaren). Omdat de geplande opnamedata niet pasten in het schema van de beoogde drummer, klooiden Porter en Fratino ook nog wat met percussie. Alleen op Arid Blues zijn drums te horen, dat is het werk van Kevin Jarvis in wiens studio Desert Run tot stand kwam. Verder voegt Dennis Fetchet viool toe aan enkele nummers. Niet schrikken van de ronduit valse zang van Fratino op Sleep Cowgirl en Mojave.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie