Het was alweer de tiende keer dat Ramblin Roots in het Utrechtse TivoliVredenburg georganiseerd werd. Hoe de tijd vliegt. Dat is iets wat vooral de oudere bezoekers van het festival zullen ervaren. En daar waren er, als vanouds, veel van. Best vreemd dat dit festival niet de crossover naar een jonger publiek kan maken. Daar zal de programmering wel debet aan zijn. Daarnaast: is dat eigenlijk wel een doel?
L.A. Edwards
Aftrappen op een festival. Makkelijk? Fijn? Of is het een opgave? In de hoge bovenzaal Cloud Nine maakte het voor L.A. Edwards, de band rond Luke Andrew Edwards uit Californië, ogenschijnlijk niet veel uit, want dit gezelschap zette er gelijk de nodige vaart in met een energieke set opgebouwd uit het inmiddels 4 albums + ep tellende oeuvre. Als je als frontman/songwriter dan ook nog muziek mee mag schrijven voor de soundtrack van een film –Sleeping Dogs-, dan heb je in elk geval genoeg materiaal om een kick-off te verzorgen. En zo geschiedde. Met best fijne, pittige songs van onder anderen hun laatste album Pie Town.
Conditioneel zat het ook wel goed, daar drummer Jerry Edwards en toetsenist Landon Pigg zich kort voor de aankondiging van spreekstalmeester van dienst Jaap Boots zich naast het podium nog even aan ’tigtal’ push-ups waagden. Of was dat uitsloven? L.A. Edwards vindt immers ook dat zij de “most handsome band of America” zijn. Nou, als een van de starters van deze 10de editie van Ramblin’ Roots deden zij het muzikaal bezien alleszins redelijk, wel enigszins gehinderd door het soms wat matige zaalgeluid.
Over conditie gesproken. Een festival is vrijwel altijd keuzes maken. En maar wat vaak staan er acts gelijktijdig geprogrammeerd, dat is natuurlijk onontkoombaar. In TivoliVredenburg betekent dat er -tenminste, indien je de lift negeert- echt meters gemaakt moeten worden. Van hoog naar laag, van Cloud Nine naar de Grote Zaal en weer terug. En dat meerdere keren….. Om bijvoorbeeld toch iets van Birdcatcher in de Grote Zaal mee te pikken.
Josh Gray
Aan Josh Gray de eer om in de bomvolle Pandora-zaal de lont in het vat te steken. Dat is niet echt wat er gebeurt. Gray zet met Mark Eshuis (drums), Peter Douma (bas) en Johan Jansen (pedal steel) wel een gedegen set neer, opgebouwd met nummers van zijn twee albums, Songs Of The Highway en Walk Alone. Door de stem van Gray en de sound van de band lijkt de geest van de in 2023 overleden Lee Clayton ook aanwezig. Klaarblijkelijk voelde Gray dat ook: hij bracht een mooi vertraagde versie van diens A Little Cocaine. Bij het opwindende Money Or Blood, waarin Jansen zijn pedal steel niet laat huilen, maar grommen en gieren, slaat de vlam toch nog in de Pan(dora).
Roel Spanjers
“Waar was iedereen?” vraagt een bezoeker zich verbaasd af na afloop van het optreden van Roel Spanjers die aftrapte in de nogal lege grote zaal. Spanjers zette als Birdcatcher II een puike show neer met zijn mix van americana, soul en blues. Leuke kwinkslag is dat Birdcatcher’s Lament wordt ingeleid door vogelgeluiden uit de neusfluitjes van zijn begeleiders. Spanjers zelf zingt, speelt piano, accordeon en Hammond orgel, de bijbehorende Leslie speaker midden op het podium. Het is rustig in de zaal, maar “we klagen nooit en gaan moedig voorwaarts” aldus Spanjers, die afsluit met zijn radio 6 hit, See Them Off.
Grayson Capps
Daarna in een mudvol Pandora Grayson Capps zonder Corky Hughes, maar deze keer wel met full band: Capps’ dochter Sadie Morningstar op bass en een Italiaanse inbreng bestaande uit Emanuele J. Sintoni op gitaar (erg fraai) én Angelica Comandini achter de drumkit. En dat was een zeer fijn geheel; een gloedvol optreden van Capps en consorten. Met songs van zijn nieuwste album -Heartbreak, Misery & Death- maar ook nog maar ‘ns Graveyard en Washboard Lisa. Deze laatste song refererend aan de betreurde Lissa Driscoll kent het hilarische verhaal dat Capps ooit een oogje op Driscoll had. Hij werd door haar genodigd op een dinsdag langs te komen maar hij bleek niet de enige, want het bleek elke dinsdag Naked Tuesday te zijn bij Driscoll; een huis vol met gasten zonder kleding. Overigens vond zij de song over haar ook maar niks, zo liet Capps weten. Dat was met het optreden van Capps in Pandora wel anders: erg goed, namelijk!
Aaron Boyd
Vervolgens in het aanpalende Hertz: Aaron Boyd. Vorig jaar speciaal ingevlogen voor dat andere festival, TakeRoot. Waarom? Welnu, deze ex-drummer uit Kentucky verkreeg immers -ook op deze site- lovende kritieken. Zowel zijn debuut Until The End (2019) als Coming Undone (2023) werden uitstekend beoordeeld. Nu on tour samen met W.D. Miller. Miller een -volgens Boyd- inmiddels in Kentucky geaccepteerde Floridian. En waar het tourtje de afgelopen week ook ruimte bood aan Miller om zijn songs over het voetlicht te brengen, daar stond hij deze keer volledig ten dienste van Boyd. Sterker: voor deze gelegenheid was ook Jan Erik Hoeve op pedalsteel present om de songs -ooit op deze site omschreven als ’traag, trager, traagst’- een extra, subtiele laag te geven.
En hoewel Boyd alleen sowieso al kan bekoren, met Miller en Hoeve als kompanen kwamen zijn songs er zo mogelijk nog fraaier uit. Van Coming Undone (met de veelzeggende quote: The Bottom Of The Bottom Is All I Know) tot aan A Thousand Miles.
Ook een aantal nieuwe songs bewijst de klasse van deze songsmid uit Irvine, Kentucky. Nieuw album ergens volgend jaar. O ja, en check ook het werk van W.D. Miller, zo leerde eerder deze week. Ook niet mis.
Heather Little
Heather Little, ze doet haar naam ook eer aan. Een kleine vrouw, geboren in Texas, maar met grootse songs. Haar eerste eerste europese tour brengt haar gelukkig ook naar de Ramblin Roots-planken. Geflankeerd door Janos Koolen (Gitaar, mandoline, banjo) en Charles Nagtzaam (staande bas), brengt ze de nummers van haar eerste internationaal uitgebrachte album By Now. Loepzuiver zingend, met ook nog eens prachtige aanvullende zang van beide begeleidende mannen: een waar genot. Soms laat Little haar eigen gitaar zwijgen en is het geheel aan Nagtzaam en Koolen om de zang van Little te omgeven. In het aangrijpende My Father’s Roof blijkt dat Koolen ook prima uit de voeten kan op klarinet.
The Long Ryders
In de Grote Zaal een brok nostalgie (maar zeker ook met behoorlijk veel energie): The Long Ryders, een band die ‘eeuwen’ geleden furore maakte als onderdeel van de Paisley Underground- stroming. Met frontmannen Sid Griffin (wel wat minder bij stem) en Stephen McCarthy alsook Greg Sowders op de trommels, het ging deze veteranen zeker goed af. Met overigens Murry Hammond -ook The Old 97’s- op bas. Even terug naar de jaren tachtig (met een integrale uitvoering van het fraaie album Native Sons uit 1984), het was zeker geen straf.
Kaia Kater
Het caleidoscopische geluid van Kaia Kater haar laatste album Strange Medicin wordt vanavond teruggebracht tot de roots basis. De Canadese Kaia Kater, banjo/gitaar, deelt het podium met Andrew Ryan op bas. Met gesloten ogen zingt de frêle ogende Kater in Meridian over Grenada, het land van haar vader. Als kind was ze jaloers als hij verhalen vertelde over het Caribische eiland waar hij als veertienjarige vandaan vluchtte. Later begreep ze dat hij vertelde uit heimwee. Met Pretty Little Pink ontstaan in West Virginia in de 1920’s laat Kater zien waar haar muzikale roots liggen. Kater oogt dan wel frêle, haar boodschap is krachtig. Zoals in Sidney over hoe Sidney Poitier streed voor zijn rechten en de eerste zwarte filmster werd. Ryan’s bassolo op het einde van het nummer begeleidt Kater vingerknippend, onheilspellend, rustig maar ook vlammend tegelijk.
Songwriter’s Spotlight: David Rodriguez
Er was ook een noviteit tijdens deze 10de editie van Take Root. Zo halverwege de dag was er in Cloud Nine namelijk: Songwriter’s Spotlight. Met deze 1e keer aandacht voor de in 2015 (26 oktober) overleden Texaanse songsmid David Rodriguez. Rodriguez overleed in Dordrecht -de stad waar hij al geruime tijd woonde- op 71-jarige leeftijd, dit na een roerig, zwervend leven waar juist de laatste periode in Dordrecht hem relatieve rust had gebracht. Kort voor zijn onverwachte verscheiden had Rodriguez, dit op initiatief van The Rhythm Chiefs, een deel van zijn prachtsongs samen met deze Dordtenaren opnieuw op de plaat vastgelegd. Het album, getiteld Rise And Shine, werd door de Chiefs echter uit respect voor David op de plank gehouden. Tot juist voor deze editie van Ramblin Roots. Kortom, een terechte keuze om Rodriguez nog een keer te eren, in de spotlights te zetten. Dat deden de gebroeders Cigaar en consorten samen met inbreng van onder anderen Tim Knol, Ian Siegal, Josh Gray, Roel Spanjers, David Gram en Nika Pantovic. En dat werd door dit gezelschap op een zeer respectvolle manier gebracht. Goed initiatief, en vooral mooi dat de ondergewaardeerde grootheid Rodriguez op deze wijze postuum werd geëerd.
Grey DeLisle
Eén brok energie is Grey DeLisle. In haar wijde witte jurk, fladdert ze over het podium. Het lijkt wel een beetje een trouwjurk. Getrouwd is DeLisle al drie keer, gescheiden inmiddels ook. Maar de brokken die ze maakte in de liefde leverde haar wel een stortvloed aan nummers op. Zoals I Go To Denver And You Go To Hell, met dank aan gitarist Eddie Clendening. Ze staan nog op goede voet en samen zingen ze vanavond een heerlijke versie van het nummer Jackson vooral bekend van de versie van DeLisle’s grote held Johnny Cash en zijn vrouw June Carter. “Pak je tissues maar”, giechelt DeLisle, want het is meer dan verdrietig als je man, nu ex, je credit card gebruikt om op een online dating site een afspraak te maken met een dame in een motel. Ze wilde wel haar auto pakken en over hem heen crossen. Maar beter is het om er een nummer over te schrijven, dat werd het fijne uptempo rockabilly nummer I Missed You. Tussen de nummers door zwaait DeLisle even naar haar Nederlandse oom op de eerste rij. En haar Mexicaanse grootmoeder eert DeLisle met Sabor a Mí, een bolero die de band elegant met een Texaans sausje overgiet. En zoef weg is.
Eric DeVries
Eric DeVries staat als trio geafficheerd, maar bij het betreden van de Club Nine blijken ze toch met zijn vieren te zijn. Singer-songwriter DeVries wordt begeleid door Joost van Es (viool), Lucas Beukers (bas) en wederom Janos Koolen (diverse snaarinstrumenten). Hierdoor krijgen de songs van DeVries een zelfde soort dynamiek als op de laatste twee albums, waarop bij dit optreden de nadruk ligt. Hoogtepunten zijn het gevoelige What If It’s A Boy en het vlotte Ballad Of Johnny & Ginny over een de gebeurtenissen in een Brabantse kroeg zonder sluitingstijden.
Matt Andersen
Ook geen straf, verre van zelfs, was het optreden van Matt Andersen in een nagenoeg volle Grote Zaal. In z’n uppie wist deze imposante verschijning uit Perth-Andover, New Brunswick (Can.) opnieuw -hij verkocht TivoliVredenburg al vaak uit- te overtuigen. Van heel klein, subtiel tot krachtige uithalen, het is dan ook zo’n beetje Andersens handelsmerk. Het blijft echter wel steeds weer een beleving.
Waar zo’n 10 à 12 jaar geleden kleine zaaltjes in ons land -met hooguit 80 toehoorders- z’n deel was, daar zijn venues als TivoliVredenburg alweer even gewoon voor hem geworden. Maar, en dat is toch ook een deel van zijn klasse, hij gaat het ook gewoon aan met eenzelfde passie. Met mooie uitvoeringen van Broken Man (ingetogen) en Bill Withers’ Ain’t No Sunshine (uitbundig) pakte hij de zaal volledig in. Klasbak, die Andersen.
Jack Browning
De Engelsman Jack Browning woonde tot vorig jaar, vanwege de liefde, in het Brabantse Boxtel, bekend van de vleesverwerkende fabriek en ehh.. Browning weet zo snel niets anders te noemen. Net toen hij terug naar Engeland verhuisd was, schreven we hier een 5*****-recensie van debuutplaat Red Eye Radio, hetgeen weer leidde tot een aantal optredens hier te lande. En dus tot een optreden op Ramblin Roots (en over twee weken op TakeRoot). Vandaag doet Browning het met zijn akoestische gitaar en Johan Jansen op pedal steel. Prijsnummers van het album worden afgewisseld met een aantal nieuwe nummers als High Hopes, Champagne Taste en Muhlenburg County Stars. Bij de vertolking van Springsteens’ Atlantic City wordt Browning ondersteund door Aaron Boyd en W.D. Miller. Hij vertelt dat oud en nieuw, sinds zijn verblijf hier te lande, nooit meer hetzelfde zal zijn zonder oliebollen en de Top-2000, waarna hij een cover ten beste geeft van het hoog in die lijst staande Roller Coaster van Danny Vera (raar eigenlijk dat die nog nooit op Ramblin Roots te zien was). Een prima kennismaking derhalve en het doet uitzien naar de bandtournee van Browning volgend jaar.
Tekst: Leo Kattestaart, Peter Hageman en Hugo Vogel
Foto’s: Peter Hageman
24/10/2024 Permalink
Nog meer foto’s: https://www.makeafuzz.com/ramblin-roots-in-beeld/