In mei van dit jaar vloog het Limburgse trio DeWolff naar Amerika om het tiende studioalbum op te nemen in de legendarische studio’s van Muscle Shoals, Alabama. Daar waar muziekgeschiedenis werd geschreven door Aretha Franklin, Wilson Pickett, The Rolling Stones en vele, vele anderen. Na zo’n onderneming hoef je niet lang na te denken over een albumtitel: Muscle Shoals. Ook over de hoes hoef je je hoofd niet lang te breken. Gewoon poseren voor het pand van de Muscle Shoals Sound Studios aan 3614 Jackson Highway. Lekkere plaat trouwens.

Dat is dus wat Pablo van de Poel, Luka van de Poel en Robin Piso van DeWolff deden. Net zoals anderen die er platen opnamen. Cher bijvoorbeeld. Zij was de eerste die er een volledig album opnam. Haar zesde – en beste – soloplaat kreeg de titel 3614 Jackson Highway, het adres van de studio in Sheffield, Alabama. Dat kwam in witte letters op een blauw vlak te staan. Net een straatnaambordje, maar dan flink uitvergroot. Dat vonden de eigenaren zo’n goed idee dat ze zo’n bord namaakten dat sindsdien het pand siert.

Die eigenaren waren gitarist Jimmy Johnson, drummer Roger Hawkins, bassist David Hood (de vader van Drive-By Truckers-frontman Patterson Hood) en toetsenist Barry Beckett. Ze hadden het pand eind jaren 60 gekocht na een conflict met Rick Hall. De producer had een lucratief contract getekend met Capitol Records en een van zijn bepalingen was dat de studiomusici exclusief bij Fame moesten werken. Daar voelden de vier topkrachten niets voor. Dus kochten ze een voormalig fabriekje voor doodskisten en begonnen hun eigen studio aan 3614 Jackson Highway.

Natuurlijk staan ze alle vier op de hoes van Cher’s album. De zangeres poseerde voor het toch tamelijk onooglijke gebouwtje met achter haar van links naar rechts gitarist Eddie Hinton, Johnson, Hood, producer Arif Mardin, Sonny Bono, Hawkins, producer Jerry Wexler, Beckett, achtergrondzangeressen Jeannie Greene en Donna Jean Godchaux en producer Tom Dowd. 

De studio werd een begrip. De Stones kwamen er in december 1969 langs om You Gotta Move, Wild Horses en Brown Sugar in te blikken. Nummers die een plek kregen op Sticky Fingers. Grote namen uit rock, soul en country deden er hun ding. Paul Simon, Boz Scaggs, Joe Cocker, Linda Ronstadt, Sam and Dave, Staple Singers, J.J. Cale, Lynyrd Skynyrd, Willie Nelson … en niet te vergeten lokale mannen als Eddie Hinton en Donnie Fritts. En nu dus ook DeWolff.

The Swampers, zoals de vier eigenaren zich noemden in hun rol als begeleiders, waren in 1978 te groot gegroeid voor de studio aan Jackson Highway. Ze verplaatsten hun activiteiten naar een groter pand. Ergens in het begin van dit millennium werd het oude pand aangekocht door een lokale ondernemer om er een museum en ook weer een studio te vestigen. The Black Keys namen er in 2009 het album Brothers op. Sinds 2017 doet het overdag dienst als museum; in de uren daarna fungeert het weer als studio.

Naast de Muscle Shoals Sound Studios ging DeWolff ook aan het werk in de Fame Studios. Daar waar Percy Sledge, Clarence Carter, Etta James, Arthur Alexander, Irma Thomas, Arthur Conley en al die anderen vooral heel veel Sweet Soul Music voortbrachten. En laten we Spooner Oldham en Dan Penn vooral niet vergeten. DeWolff gaf daar op het kruispunt van blues, soul, psychedelische en southern rock een eigen Hollandse draai aan. Op het nummer Book Of Life geeft het trio zich helemaal over aan soul.

Op Muscle Shoals van Eileen Rose had het aandeel countrysoul wel wat groter mogen zijn. Na opener She’s Gone slaat ze andere wegen in. Het album Muscle Shoals Has Got The Swampers mag hier natuurlijk niet ontbreken. Lynyrd Skynyrd had het op Sweet Home Alabama over ze: ‘Now Muscle Shoals has got The Swampers / And they’ve been known to pick a song or two / Lord, they get me off so much / They pick me up when I’m feeling blue’. De plaat van The Swampers met opnamen van 1969 tot en met 1978 is volledig instrumentaal.

Cher – 3614 Jackson Highway (1969)
DeWolff – Muscle Shoals (2024)
Eileen Rose – Muscle Shoals (2020)
Swampers – Muscle Shoals Has Got The Swampers (2018)