Hij is snel deze keer. Het vorige album van Donnie Fritts is nog maar acht jaar oud. Met Oh My Goodness (Single Lock Records/Bertus) heeft de man zichzelf overtroffen. Zijn debuut Prone To Lean dateert van 1974, daarna duurde het 23 jaar voordat Everybody’s Got A Song (1997) verscheen. En daarna dus elf jaar tot One Foot In The Groove (2008). Acht jaar is een snelheidsrecord voor de toetsenist die in de jaren zestig een van de bepalende krachten was in Muscle Shoals, Alabama. We hebben het dus over countrysoul als het over Donnie Fritts gaat. Met mensen als Dan Penn en Spooner Oldham was hij een van de grondleggers van het genre. Fritts speelt op zijn nieuwe album op een Wurlitzerpiano uit de jaren zeventig. Op opener Errol Flynn zou je overigens zweren dat je luistert naar Randy Newman. Dezelfde rasperige stem. Maar dan wel een Newman die zichzelf helemaal overgeeft aan countrysoul. Memphis Women And Chicken schreef Fritts met Gary Nicholson en Dan Penn. Het titelnummer is de vrucht van samenwerking met Spooner Oldham. Het prachtige Tuscaloosa 1962 kent grote gelijkenis met Up On Cripple Creek van The Band. Heerlijke greasy rhythm & blues, in de woorden van Fritts zelf. Zo gaat het maar door met prachtige liedjes, waaronder ook enkele covers. Zoals een hele fraaie versie van Foolish Heart van Jesse Winchester met treurige tonen van een blazerssectie. Speciale vermelding verdient ook de uitgeklede versie van zijn eigen Choo Choo Train, waarmee The Box Tops in 1968 een hitje scoorden.
02/04/2016 Permalink
Top !