The Wood Brothers hebben soul. Daar hebben ze dat koortje op Never And Always eigenlijk helemaal niet voor nodig. Begrijp me goed, dat koortje is een heel fijne toevoeging. Alsof je even naar Bop Till You Drop van Ry Cooder zit te luisteren. Met Paradise (Blue Rose Records/Sonic Rendezvous) bevestigt de Amerikaanse band de status die ze hebben als rootsrockers met soul. Ze volgen voorbeelden uit de jaren zeventig, maar blijven nergens hangen in puur epigonisme. Ja, opener Singin’ To Strangers klinkt als The Band in overdrive, maar met die band vergeleken worden is altijd een eer. American Heartache heeft een funky basis met mondharmonica en een lekkere groove. Two Places is een knap werkje met toetsen en blazers, waarna Heartbreak Lullaby iets Caribisch heeft. Hetzelfde geldt voor Without Desire met dat funky gitaartje en ritme. Het begint heerlijk met brobbelende orgelklanken. Het album werd opgenomen in de studio van Dan Auerbach in Nashville. Al met al doet de funky benadering van The Wood Brothers nog het meest denken aan het werk van David Lindley.
17/05/2016 Permalink
Ik verwacht na deze recensie een paginagroot artikel n.a.v. het overlijden van Guy Clark. R.I.P.