Nadat Walter Broes & the Mercenaries direct een flink eind de lucht in zijn geschoten met het titelnummer Movin’ Up (Rootz Rumble), zetten ze onmiddellijk daarna met Come On Down de daling alweer in. Na die eerste twee nummers weet je dat je ze de rest van het album wel wil volgen. Het titelnummer trekt de haren strak achterover; alsof Elvis Presley en Johnny Burnette nog voor de spiegel staan. Cool for cats en hippe hipsters. De afdaling met Come On Down brengt de ronkende sound van The Paladins. Het ruimtelijke geluid brengt flink wat echo. Lekker hoor. Laat die Broes, met een verleden in The Seatsniffers, maar deurbroezen. De Belg begint Closed met een lekker stukje rumble à la Link Wray, doet I Got My Own Kick Going met een Diddley-beat en speelt op Don’t You Ruin My High in de stijl van T-Bone Walker. Met blazers dit heerlijke stukje blues. Dat Diddleyding is trouwens een cover van Ronnie Self. Broes besluit met Black Star, een nummer dat Elvis in de jaren 60 opnam, maar dat pas veel later werd uitgebracht. Het nummer handelt over iemand die weet dat zijn eind nadert. David Bowie, een fan van de King, noemde zijn laatste album mogelijk om die reden Blackstar. Dwight Yoakam wist hierover te melden dat Bowie hem ooit had verteld dat Presley Bowie in 1977 had gevraagd als producer. Afijn, laten we de popgeschiedenis maar even rusten. Movin’ Up voegt ook niets aan die geschiedenis toe, maar het is wel een heel lekker plaatje.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie