Lilly Hiatt vecht zich op Trinity Lane (New West Records/PIAS) naar een uitweg door de pijn en ellende. Dat is een kwestie van hard werken, moed houden en je zegeningen tellen. Wat dat laatste betreft: de dochter van John Hiatt heeft het niet makkelijk gehad. Haar moeder pleegde zelfmoord toen ze nog een baby was. Dat heeft zijn weerslag gehad op haar leven. Alcohol, drugs en verbroken relaties; het vorige album Royal Blue was als gevolg een en al afstandelijke kilheid. Op Trinity Lane straalt ze hoop uit. Op het schitterende Imposter maakt ze het goed met haar vader, die het zwaar te verduren kreeg met zijn dochter. Een lap steel zweeft boven een baritongitaar, terwijl Lilly met een countrytwang zingt dat ze altijd op haar vader kan rekenen. Op Everything I Had heeft ze spijt van een affaire, maar de smartelijke country straalt vooral vechtlust uit. Een heerlijke scheut soul van een koortje staat haar bij. Het zijn niet altijd foute mannen, zelf kan ze ook tekeergaan, zo geeft ze toe op The Night David Bowie Died. Op het door Michael Trent (Shovels & Rope) geproduceerde album brengt Hiatt niet alleen haar eigen leventje in balans, voor het eerst slaagt ze er ook in om daarbij het evenwicht te vinden tussen indierock en country.
14/12/2017 Permalink
Nou daar is ie dan toch nog: mijn nummer 1 voor het jaarlijstje altcountry!