De grond is droog en ondoordringbaar. Het beeld van de hoesfoto geeft goed de betekenis weer van het woord Hardpan. Zo noemen de vier singer-songwriters Chris Burroughs, Terry Lee Halle, Joseph Parsons en Todd Thibaud zich als ze samenwerken. Dat is niet zo dikwijls. Het debuut van deze gelegenheidsformatie kwam vijftien jaar geleden uit. Heette simpelweg Hardpan. De opvolger heet weer gewoon Hardpan (Blue Rose Records/Sonic Rendezvous). Droog en ondoordringbaar, dat past deze vier heren wel. Ze blazen de droge akkoorden over de zoutvlakte en door de woestijn. Ze schudden het zand uit de melodie en zakken af in de melancholie. ‘Bring me more wine’, zingt Parsons op Dust Bowl. ‘We live on dust ages gone by.’ En Thibaud bekijkt het al niet veel anders: ‘There’s too much change going on, I can’t keep up’, klaagt hij op Can’t Keep Up. Terry Lee Hale heeft ontzettende dorst op Long Tomorrows. Het is dorst naar een herinnering, aangewakkerd door een telefoontje van een oude geliefde. Het brengt hem terug naar een stadje waar de bus hem op een van de hoeken afzet. Chris Burroughs heeft genoeg aan This Place And Time. Drums komen er niet aan te pas op het album. Hoeft ook niet. De klank van de snaren resoneren over de vlakte en dat is voldoende. Soms zingen de mannen samen. Totdat de wind de woorden oppakt en ze alle vier weer hun eigen weg zullen gaan. De liedjes van Terry Lee Hale zijn toch het mooist, zelfs als ze over Bombast gaan. Want zoals hij ze brengt, zijn ze allesbehalve dat.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie