In de zomer van de groten was het vanavond tijd voor de nestor, John Prine.
De rij voor Paradiso is lang, maar de stoeltjes staan klaar en Tanya McCole warmt de zaal lekker op met haar gruizige krachtige stem waarmee ze haar persoonlijke songs brengt. En ze excuseert zich voor de oprispingen die de pannenkoeken en bitterballen haar geven. De stemming zit er helemaal in als bij haar laatste nummer ‘Forever Young’ van Bob Dylan iedereen meezingt. Dan, na een korte pauze, schuifelt de 71 jarige John Prine het podium op. Voor op dat podium een grote autocue mocht hij zijn teksten even niet meer weten, hij zal er nauwelijks gebruik van maken.
”Het is lang geleden dat ik hier was en dat zal ik goed maken”, aldus Prine die er net als het publiek veel zin in heeft. En het is meer dan goedmaken wat hij vanavond doet. Het feit dat hij twee keer kanker heeft moeten overwinnen heeft hem alleen maar strijdvaardiger gemaakt. En dat zonder zijn humor te verliezen. Want wat vertelt hij als intro van ‘Egg & Daughter Nite, Lincoln Nebraska, 1967 (Crazy Bone)’ smakelijk dat hij graag gaat vissen met zijn vrienden en dat zijn vrouw dan bij zijn vertrek steevast zegt dat hij zijn hengel niet moet vergeten. En dat ze elkaar op de boot sterke verhalen vertellen zoals over de boeren in Nebraska en dat hij dan denkt: “daar moet ik een nummer over maken”. Een ouderwetse rocker waarbij Prine voorzichtig swingend naar de rand van het podium komt en na afloop zijn duim omhoog steekt naar drummer Brian Owings. Het is een hechte band met klassemuzikanten die de nummers van Prine stevig neerzetten. Zo is het heerlijk wegdromen bij de fraaie slide van gitarist Jason Wilber in ‘Angel from Montgomery’ dat Prine opdraagt aan Bonnie Raitt. Maar in de tweede helft van het optreden bewijst Prine dat hij het zonder band ook uitstekend af kan. Het publiek roept om verzoeknummers en Prine verzekert ze dat hij ze allemaal kent, maar hij werkt netjes de setlist af. Tanya McCole zingt tweede stem bij ‘In Spite of Ourselves’ en ‘Unwed Fathers’ en krijgt daarvoor een welgemeend applaus van publiek èn Prine. En dan geeft Prine aan dat hij het publiek wel degelijk gehoord heeft en zet hij (buiten de setlist om) verzoeknummer ‘Souvenirs’ in, “Well it took me years, to get those souvenirs”, prachtig. En die souvenirs liggen vanavond in de vorm van familiefoto’s op het tafeltje wat achter Prine op het podium staat. Dan vertelt Prine hoe het allemaal begon voor hem. Dat hij speelde in de kleine clubs in Chicago en dat iedereen het had over dat ene nummer van hem. Het nummer wat zonder opsmuk vertelt over de moeilijkheden die een Vietnam veteraan ondervindt, “There’s a hole in daddy’s arm where all the money goes, Jesus Christ died for nothin’ I suppose.”, ‘Sam Stone’ is een klassieker.
In de toegift nodigt Prine de vrouw uit die er voor gezorgd heeft dat hij er nog steeds is. Miss Prine komt op het podium en zingt samen met haar man, de band en openingsact Tanya McCole, ‘Paradise’, de kroon op een prachtige avond.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie