Wat is americana? Father John Misty (foto onder) stelde de vraag tijdens zijn optreden op festival TakeRoot in Groningen. Hij wist het antwoord ook wel. ,,Americana is muziek die wordt gemaakt door Amerikanen waar ze alleen in Europa naar luisteren.’’
Met bijna 3000 bezoekers was het festival in De Oosterpoort zo goed als uitverkocht. De americana had er vele gezichten. Ga maar na, het contrast tussen alleen al de drie hoofdacts (John Moreland, Kurt Vile and the Violators, Father John Misty) had nauwelijks groter kunnen zijn.
John Moreland (foto rechts) was speciaal voor TakeRoot naar Nederland gevlogen. In zijn eentje lukte het hem om de grote zaal stil te krijgen. De uit het leven gegrepen liedjes grepen je bij de strot. Als je het over americana hebt, is dat toch wel een van de pijlers waarop het genre leunt. Over het algemeen staan er bands in de grote zaal, maar Moreland wist helemaal alleen het podium toch aardig te vullen. Jammer dat de soundcheck van Alejandro Escovedo in de foyer de zaal soms binnendrong.
Kurt Vile (foto links) was mede verantwoordelijk voor wederom een jonger publiek op het festival. Hij was er overigens niet voor het eerst. In 2011 stond hij er ook al met zijn band The Violators. Net als bij Moreland gebeurde er niet veel op het podium. Vile is een echte slacker. Met zijn lange haren voor het gezicht lijkt hij in zichzelf gekeerd, maar met die prachtige stem van hem brak hij de boel moeiteloos open. En anders wel met zijn heerlijke gitaarspel dat de hoogtijdagen van grunge terugbracht. Die nonchalance is waarschijnlijk ook maar schijn. De voortdurende kreetjes (als Alan Vega) verraadden vooral veel plezier.
Tsja, en dan Father John Misty, de drummer die Fleet Foxes verliet omdat het hem begon te vervelen. Waarom werd wel duidelijk tijdens het optreden. De man heeft elastieken benen. Hij wervelde van links naar rechts over het grote podium. Stil blijven zitten achter de drumkit was destijds vast een straf. Hij paradeerde in zijn witte pak alsof hij deelnam aan het Eurovisie Songfestival. We dachten aan Conchita. En we dachten aan Freddy Mercury. De show was groots. Perfect uitgedacht en voorzien van een geweldige lichtshow. Hij zocht het contact met het publiek, alles draaide om hem. Ondertussen leverde zijn in alle finesses voortreffelijke band vakwerk. Maar is het americana? Wat ons betreft een vraag die er niet zoveel toe doet, maar ja, als hij die zelf oproept? Misschien zijn de liedjes van de charismatische singer-songwriter wel te gelaagd, te theatraal en te ingewikkeld voor het genre, want rechtstreeks naar het hart gaan ze niet. Dat is dan wel een bijzondere diskwalificatie.
De liedjes van BJ Barham van American Aquarium gaan wel naar het hart. We zagen hem onlangs op Ramblin’ Roots, maar konden het niet laten om toch ook nu even de rock-’n-roll over ons heen te laten spoelen. Dat deden we ook bij Alejandro Escovedo (foto rechts) met zijn Italiaanse band Don Antonio. Voordat ze een zinderende versie van Like A Hurricane brachten, deden ze vooral veel liedjes van het pas verschenen conceptalbum The Crossing (recensie volgt binnenkort). Als er iets op de programmering van deze editie van TakeRoot, festival for past, present and upcoming American music, was aan te merken, dan was het dat het verleden niet al te sterk vertegenwoordigd was. Escovedo had de langste staat van dienst op het festival. De net als zijn band stijlvol in het zwart geklede artiest begon eind jaren 70 in de punkband The Nuns, waarna hij met de bands Rank and File, True Believers, Setters, Buick MacKane en solo nooit het grote publiek wist te bereiken, maar wel door het gezaghebbende No Depression in 1998 werd uitgeroepen tot artiest van het decennium.
Dat TakeRoot populair is, bleek al bij aanvang. Een lange rij stond voor De Oosterpoort . Het duurde bijna een half uur om binnen te komen. Maar daar was dan meteen Garrett T. Capps (foto rechts) in de foyer, de spacecowboy met lichtgele glazen in zijn zonnebril, om iedereen hartelijk welkom te heten. Enthousiasme in het kwadraat. Wat een energie straalde deze man uit en wat een uitstekend optreden. Nog de hele avond liep hij, zonnebril in de borstzak, rond om met iedereen een praatje te maken.
De setlist van The Mastersons (foto links) stemde niet vrolijk, Fight, Don’t Tell Me To Smile, The Last Laugh, Sorry You’re Sick. Maar vrolijk was het optreden van het duo wel degelijk. De nummers zijn stuk voor stuk uit het leven gegrepen, zo is The Last Laugh een ode aan een te jong overleden vriend, een grappenmaker, die prachtige verhalen vertelde. En Fight gaat over de ruzies die het echtpaar in de negen jaar dat ze nu getrouwd zijn hebben gehad. Herkenbaar voor iedereen. Het publiek bleef in de lange smalle Attic-zaal netjes op de stoelen zitten, maar de hoofden deinden vrolijk mee.
Marlon Rabenreither aka Gold Star (foto rechts) begon zijn optreden solo met akoestische gitaar en mondharmonica met The Strangler. Krachtig en vol vuur spuugde Rabenreither zijn tekst in de microfoon. Toen halverwege het optreden de microfoon naar beneden zakte hij hij zich totaal niet uit het veld slaan en boog naar beneden om het nummer zonder onderbreking af te maken. Nadat drummer en bassist zich aansloten denderden de songs, die Rabenreither allemaal netjes aankondigde, de zaal in. Toch duurde het even voordat het optreden echt loskwam, maar met Get it Togheter (C’mon) lukte dat helemaal. Stijlvol werd het optreden met Half the Time afgesloten.
Neko Case (foto links) huppelde samen met haar begeleiders het podium van de kleine zaal op. Er heerste een uitgelaten stemming want gitariste Rachel Flotard had zojuist de toiletput gesloopt en dat zorgde voor hilariteit. Maar er werd niet alleen geginnegapt, er werd ook uitstekend gemusiceerd. Case heeft een prachtig doorleefde stem waarmee ze bij de titelsong van haar laatste album, Hell-on, heerlijk uithaalde. De onheilspellende country noir klonk hecht en Case, Flotard en vocaliste Shelley Short zongen werkelijk prachtig driestemmig in Halls of Sarah en Hex. En wat was het genieten bij het janken van de pedalsteel van Jon Rauhouse tijdens Deep Red Bells.
In de binnenzaal verstopte Aaron Lee Tasjan zich onder de capuchon van zijn hoodie in panterprint. Tijdens een wilde gitaarsolo vloog het ding van zijn hoofd. Daarna zette hij een zwart hoedje op voor een prachtige uitvoering van Memphis Rain. Via de springerige new wave met soul van Mattiel in de foyer doken we de basement in voor Jerry Leger (foto links). ,,Let’s rock, yeah’’, klonk het wat onzeker uit zijn mond. Hij giechelde er nog wat bij ook. Maar de sympathieke Canadees met de wat hoge stem had er zin in en gaf met zijn zelfbenoemde Toronto Boys een prima optreden in de altijd overvolle kelder van De Oosterpoort. Het stond als een huis. Het sterke songmateriaal werd strak, doch ontspannen neergezet door de begeleiders. De lapsteel op schoot bij James McKie vermaakte zich ook uitstekend.
Bij Marlon Williams (foto links) klonk af en toe een synthesizer en niemand die er raar van opkeek. Zelfs dat instrument kan worden ingezet bij americana. Een muziekstroming die net zo goed kan komen uit Nieuw-Zeeland blijkbaar. Williams is een Roy Orbison, een Jeff Buckley en een Scott Walker. En toch bewees hij dat hij zijn eigen ding blijft doen. Het melodrama werd gedragen door die prachtige stem. En de overige bandleden zongen in de koortjes al bijna net zo prachtig.
Het bleef een kwestie van kiezen, ook in het laatste uur. Van Williams in de kleine zaal toch nog maar even naar de foyer waar Sarah Shook & the Disarmers (foto rechts) stonden. De cowpunk klonk wat minder heftig dan op de albums. In de binnenzaal bouwden The Americans een feestje ter afsluiting van weer een geslaagde editie van TakeRoot. Vorig jaar waren ze er ook al bij, toen mochten ze aftrappen.
Alejandro Escovedo was dit jaar de artiest met de langste staat van dienst. Op zijn nieuwe album is veteraan Joe Ely te gast. Wat zou het mooi zijn om die volgend jaar naar Groningen te halen. Niet alleen als vertegenwoordiger van verleden, maar ook nog steeds van heden en toekomst.
Tekst: John Gjaltema, Peter Hageman
Foto’s: Peter Hageman
06/11/2018 Permalink
Prachtig namiddag en avond. Bij een dergelijke line-up ben ik volgend jaar zeker van de partij. Kurt Vile was niet aan mij besteed, maar veel wel. Ook Jarrod Dickenson bood een aangename luistersessie. Leuk!
06/11/2018 Permalink
Een mooi verslag die naar mijn mening de lading denkt. Persoonlijke mening: van te voren ging ik naar het festival met de voorzichtige gedachte “Mwoa, eens kijken wat het wordt'” om vervolgens net als de afgelopen edities helemaal blij naar huis te gaan. Daarmee een compliment voor de programmeurs van Take Root, knap dat ze het dit jaar en de laatste jaren zo goed voor elkaar hebben.
Aangenaam begin met Jarrod Dickenson in de kleine zaal, Whiskeytown-achtige gedachten bij de countryrock van Garret T. Capps, verrassing Becca Mancari met lekkere gitaarrifs in de basement, om later een paar nummers van de krachtige John Moreland mee te krijgen: duidelijk waarom de zaal zo stil was. Gold Star was erg goed, de nonchalante overkomende Kurt Ville was gewoon goed (maar ik herken dat zijn muziek- en zangstijl totaal niet in de smaak valt bij een deel van het publiek van deze website), Mattiel zong als een klok in de Foyer, American Aquarium in de kleine zaal vond ik te ruig (persoonlijke noot: mijn gedachtestand voor de kleine zaal was intieme setting, niet de rock), Father John Misty was ok, Persoonlijk hoogtepunt was de close-harmony zang van Darlingside (wellicht dat ze de volgende keer iets minder kunnen praten). Afsluiter Marlon Williams was stijlvol.
Nou. Ik kan niet wachten op editie 2019! 🙂
06/11/2018 Permalink
Het was weer een mooie editie dit jaar. Jarrod Dickenson was voor mij een prettige verrassing, John Moreland was erg indrukwekkend in z’n eentje, bij Father John Misty was het mij te bombastisch. Op de zolder, de extra zaal dit jaar, gaf Cat Clyde een geweldig solo optreden.
Aaron Lee Tasjan en Marlon Williams waren ook erg goed. Kortom, er viel genoeg te genieten. Topavond!
07/11/2018 Permalink
Hoogtepunten om 16.00 uur en 23.00 uur met resp. Trampled by Turtles en Sarah Shook and the Disarmers. Daartussen genoten van John Moreland en American Aquarium. Lekkere power nap gehad tijdens Kurt Vile. Hoop op iets meer honky tonk volgend jaar. Cody Jinks, Zephania O’hora, Colter Wall, Kelsey Waldon, Paul Cauthen etc
07/11/2018 Permalink
Heb ook erg genoten van het festival dit jaar. En het leuke is, iedereen heeft een ander festival en geniet net zo. Het gaf mij dit jaar een zelfde gevoel als bij ITGWO. Geen hele grote acts, maar veel leuke (kleinere) artiesten. En uiteraard mis je meer dan je meemaakt. Hoogtepunt voor mij was echt Garrett T Caps, Born in San Antone zingt nog steeds na inmijn hoofd. Ik was echt benieuwd of hij zijn faam waar kon maken en voor mij (en volgens mij velen met mij) deed hij dat. Verder was Jerry Leger leuk om eens te zien (Becca had ik de avond ervoor al gezien in Arnhem). Ik was wel enthousiast over Shakey Graves, goeie gitarist, anderen weer niet. Uiteraard Neko en de Springsteen van de americana, J.P. Barnes met American Aquarium. En als afsluiter Marlon met Potrait of a Man, geweldig.
Dus volgend jaar maar weer de ‘kleinere’ artiesten, ze zijn er genoeg.
08/11/2018 Permalink
Ik vind het vreemd dat er niets vermeld word over
Darlingside. Ook in Paradiso gaven zij voor weinig
mensen een uitstekend concert. De laatste CD
kreeg bij jullie 4 sterren. Ik kan de groep van harte
aanbevelen!!!
09/11/2018 Permalink
Had graag Trampled by Turtles meegekregen, maar ja, Garreth T. Capps “moest” ik zien, te gek !
Ik verwachtte John Moreland mét band…………….dus ik was lichtelijk teleurgesteld…….
Escovedo kende ik vroeger van een liedje genaamd Ballad of the sun and moon………heel andere muziek dan ie nu speelt……..speelde inderdaad veel van de laatste cd………….maar helaas niet prijsnummer Sonica USA……….ook topliedjes Castanets, Heartbeat Smie en Anchor speelde hij niet, maar het optreden was super, ook mede door Don Antonio…….
Aaron Lee Tasjan vond ik ook erg goed………laatste cd komt in mijn top 10 denk ik.
American Aquarium had ik al vaak gezien, ik dacht aan “skippen” omdat ze kwa tijdstip mij niet goed uitkwamen………..maar de theaterzaal was te gek……als je tenminste een staanplaats had……..het was hard maar top.
Father John Misty, tsja……..hij is gewoon steengoed……..prachtige nummers……..geen americana maar wel top songwriting……laatste cd heeft na veel draaibeurten zeker een top 3 notering over 2018.
Kurt Vile vond ik teveel van hetzelfde klinken, net als War on Drugs eigenlijk. Maar op zich wel leuk.
Jerry Leger had mij al verrast tijdens Down by the River festival in Venlo. Goeie band.
Hopelijk komen The Avett Brothers komend jaar eens naar NL…..zouden goed passen op Take Root. Beetje meer echte roots hoop ik op………..nu toch veel “andere” stijlen met Kurt Vile, Father John Msty, Marlon Williams, Mattiel………..maar toch een zeer mooie editie………………en ik vind de speciale bieren zeer aangenaam……….:).
18/11/2018 Permalink
Ik heb 18 edities van TakeRoot gezien maar deze van 2019 was de slechtste, weinig of geen Americana, geen
echte topper, was dit de laatste voor mij, zou kunnen. jammer!
30/11/2018 Permalink
Herstel 2018!