Een fijne popplaat met een ongedwongen karakter, gemaakt volgens het principe do it yourself. Dat is Wide Wild Acres (Center Cut Records) van Fritz Hutchison uit Kansas City, Missouri. Een slaggitaartje dat langs een melancholische melodie krult, daarmee begint het album. En na Stationary wordt een liedje opgebouwd met drums in marstempo, maar daarbij heeft Police Dogs ook een lekker losse soulsignatuur. Op Powder Blue moet je denken aan Josh en Josh. Ritter en Rouse. Hutchison speelde de meeste instrumenten zelf. Als multi-instrumentalist speelde hij folk, jazz, country, indie en wat al niet. Drums, bas, gitaar, banjo, in wat voor bandje hij ook zat, hij pakte zijn rol. Een beetje op de achtergrond misschien, maar dat is met dit album dus voorbij. Aan sommige liedjes was hij vijftien jaar geleden al begonnen. Hij deed niet alles alleen op Wide Wild Acres. Hij nodigde toch ook wat gasten uit om saxofoon, trompet en trombone toe te voegen bijvoorbeeld. De piano die begint aan Cold Comfort had op Night And Day van Joe Jackson kunnen staan, daarna zorgt Hutchison op bas en drums voor een milde vorm van powerpop. Door zijn zang en het avontuur dat hij zoekt in de composities valt op dit nummer ook te denken aan de sprankelende stijl van Marlon Williams. De kip van de hoes komt ook in de video voor van slotnummer Fortunate Flaws. Sympathieke plaat!
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie