Another year, another Will Johnson record. Daarmee zou een recensie eigenlijk kunnen volstaan. De kenners weten dan genoeg. Will Johnson, de singer-songwriter uit het Texaanse Austin, levert namelijk altijd kwaliteit. Zo ook deze keer met El Capitan (eigen beheer). Wat wel anders is ten opzichte van eerder plaatwerk, is dat de liedjes op deze nieuwe schijf een stuk ingetogener zijn. En akoestisch. Dat heeft ook te maken met de tijd waarin we leven. De songs werden coronaproof in drie dagen op genomen in de Ramble Creek Recording Studio van producer/toetsenist Britton Beisenherz. Met verder alleen bijdragen van Thor Harris (vibrafoon, clarinet) en Lindsey Verrill (cello, achtergrondzang). Het is een soort lofi-album geworden. Je hoort Johnson’s handen soms over de snaren glijden en heel soms ook wat productionele oneffenheden. Dat maakt dat je de indruk krijgt bij Johnson en co in de kamer te zitten. Keerzijde is wel dat de werkwijze/bezetting en het feit dat Johnson deze keer gekozen heeft voor 12 iedjes met een vrij langzaam ritme maken dat de variatie wel beperkt is. Toch zou ik liedjes zoals I’m Back At The Window, Bloody Boxer, het titelnummer en Goodbye, Absecon niet graag gemist hebben.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie