Sturgill Simpson heeft blijkbaar nogal een lap grond om te onderhouden. Groot genoeg althans om een zitmaaier aan te schaffen. Niet zo gek, hij is nogal succesvol, ook commercieel gezien. Maar hij doet er alles aan om de indruk te wekken dat hij daar niet zo blij mee is. Keer op keer ontpopt hij zich als de outlaw die niet alleen de muziekindustrie tegen de haren instrijkt, maar ook zijn fans. Geen zee te hoog voor de artiest uit Kentucky die in 2017 een Grammy ophaalde voor beste countryalbum met A Sailor’s Guide To Earth. Want na de sci-fi rock-’n-roll van Sound & Fury brengt hij op Cuttin’ Grass Vol.1 – The Butcher Shoppe Sessions bluegrassversies van oude nummers die al op vorige albums stonden. De bladen van de grasmaaier snijden alle overtollige poespas weg. Met deze akoestische bluegrass gaat hij terug naar zijn beginjaren. Naar de tijd dat hij nog niet zo’n groot stuk grond hoefde bij te houden. Maar misschien had hij toen ook al wel een zitmaaier. Die zijn in Amerika de norm. Maar voor zo’n akoestisch album had hij toch echt beter een handmaaier kunnen kiezen als coverfoto.
De meest dwarse man van de countrymuziek had ook een zitmaaier. George Jones staat ermee afgebeeld op een muurschildering in Nashville. Te zien op de zijkant van een slijterij en dat is niet voor niets. De man zoop zich regelmatig helemaal lazarus. Omdat zijn vrouw daar genoeg van had, verstopte ze de autosleutels voor hem. Zodat Jones niet naar de slijterij kon rijden. Maar de countryster liet zich niet uit het veld slaan. Hij kroop op zijn John Deere grasmaaier en met een gangetje van vijf mijl per uur reed hij uur alsnog naar de slijterij. Een ritje van zo’n anderhalf uur.
Op Everything I Long For loopt Hayden met een speelgoedversie van een grasmaaier naast zijn vader die een echte maaier voortduwt. Het kiekje uit het fotoalbum van de familie is een voortreffelijk gekozen hoesfoto. Op het album duikt de Canadese artiest diep in zijn eigen ziel en haalt hij herinneringen op aan zijn jeugd en opvoeding. Het album schuurt langs de betonnen oprit waar de kleine Hayden zijn knietjes openhaalde. Sebadoh en Pavement waren voorbeelden voor Hayden, die met net zulke simpele middelen zijn muziek vastlegde. Voor het merendeel gebeurde dat in zijn huis in Toronto met een viersporenrecorder. De muziek op het album verbindt folk met grunge. Types die wegliepen met Loser van Beck hadden er een anti-held bij.
We treffen nog een Canadees aan achter de grasmaaier. En hoe! Ron Sexsmith heeft op Hermitage een roze stola om zijn nek terwijl hij bezig is met het klusje. De romantische softie nodigt ons uit in zijn achtertuin. Net als Hayden nam Sexsmith het album op in zijn eigen woning. Daar houdt de overeenkomst op. Waar Hayden een donker inkijkje bood, is Sexsmith uitermate opgeruimd. Op zijn inmiddels zestiende album wekt hij de indruk dat hij de worsteling met zijn onzekerheid achter zich heeft gelaten. Op Chateau Mermaid is er helemaal niets aan de hand. Geen schaduwen, geen wolken. Niets van dat alles. De man is helemaal in balans. Hij geniet van zijn omgeving en de mensen die daar vertoeven. Eigenlijk een heel welkom album in dit coronajaar.
Richard Thompson heeft het over een stad zonder toekomst op Cooksberry Queen. Maar het is wel de stad waar zijn toekomst ligt. Op het album Mock Tudor gaat de Britse folkrocker, een meer dan geliefde vaste waarde in americanaland, terug naar zijn jonge jaren. En hij zou alles inruilen voor zijn juweel van de steeg, zijn Cooksberry Queen. De hele plaat is een portret van suburbia in het Verenigd Koninkrijk. Met keurige huizen waar dito gazons in nette stroken worden gemaaid. Met dezelfde precisie als de voetbalvelden in de stadions. Maar in die keurige wijken is er van alles loos.
De tekening op Lawnmower Mind van Smutfish is van bandleider Melle de Boer. De creatieve geest van de Haagse band schildert bij voorkeur niet in al te rechte banen. De missers en slippertjes horen bij deze lofi, die in 2004 werd overladen met loftuitingen. Er werden destijds in recensies vergelijkingen getrokken met Will Oldham en Neil Young. In 2015 keerde De Boer terug met een derde album van Smutfish. De americana van de koude grond is op Trouble nog even huiveringwekkend.
In de tussentijd was De Boer actief met John Dear Mowing Club. Die naam mag natuurlijk niet ontbreken in dit stuk over de grasmaaier.
Hayden – Everything I Long For (1995)
Richard Thompson – Mock Tudor (1999)
Smutfish – Lawnmower Mind (2004)
Ron Sexsmith – Hermitage (2020)
01/12/2020 Permalink
Smutfish’s ‘Lawnmower Mind’ is het best verkochte album ooit bij de inmiddels ter ziele gegane Plato- vestiging in Den Haag, zo is het verhaal. Fijn album inderdaad
05/12/2020 Permalink
Wat een ontzettend leuke serie is albumhoezen toch.
Gras is trouwens een van de moeilijkste gewassen om te onderhouden in de tuin. Maaien is het minste werk, maar dat is slechts het begin.
05/12/2020 Permalink
nog een grastip: the bottle rockets ‘zoysia’
08/12/2020 Permalink
Over Zoysia schreven we al eens in deze rubriek. Toen ging het overigens over stars and stripes. Vul het woord zoysia maar in als zoekterm en je komt bij de aflevering met de kop: Het is americana met een kleine a.