De bandnaam Soo Line Loons is ontleend aan een spoorlijn door het zuidoosten van de Amerikaanse staat Minnesota. Het derde album van de formatie uit Minneapolis heet simpelweg Soo Line Loons (eigen beheer). Door de stem van zanger Grant Glad valt meer dan eens te denken aan Sixteen Horsepower. Dat is bijvoorbeeld het geval op de moordballade Old Mill. Ook Don’t Let Me Go gaat die kant op, waarbij door de bibber in de stem van Glad ook Tragically Hip genoemd kan worden. Onheilspellend als het moeras. Funktry is misschien ietwat een stijlbreuk zo halverwege het album, maar dat ligt dan niet zozeer aan het funky karakter, alswel dat het iets te netjes klinkt in vergelijking met de rest van het materiaal. Soo Line Loons bestaat uit vier jonge kerels en de moeder van de drummer. Die voegt met haar vioolspel een zigeunersausje toe aan Can’t Stop Singing The Blues. What They Don’t Tell You neigt het meest naar alternatieve country. Charlie Parr is te gast op Hope voor een stukje slidegitaar. Afwisselende plaat die liefhebbers van Sixteen Horsepower, Pinetop Seven en Red Rooster zal aanspreken.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie