Afton Wolfe is een Tom Waits uit Mississippi. Dat is de geboorteplek van country, blues en rock-’n-roll en daarom begint Kings For Sale (Grandiflora Records) met een nummer dat het best is te omschrijven als jazz. Paper Piano heeft blazers, staande bas en dus die piano die van de lommerd komt. Op Carpenter komt hij met excuses voor zijn gedrag, terwijl hij eigenlijk helemaal geen excuses wil maken. De vrouw tot wie hij zich richt hangt ondertussen dronken in zijn favoriete bar met een van de vele dakloze rocksterren die de stad Nashville bevolken. Dirty Girl is een oproep om samen naar New Orleans te vertrekken. Een bluesy mondharmonica en een slidegitaar. Op Cemetery Blues waait wat stof van grunge op; Wolfe zingt net zo schor als een radeloze Kurt Cobain. De liedjes op Kings For Sale deugen allemaal. Mrs. Ernst’s Piano hekelt racisme. De vrouw mag van haar man absoluut geen pianoles geven aan de zwarte kinderen uit de buurt. ‘Over my dead body’, laat hij weten als ze het vraagt. Kort daarna is hij dood en kijkt hij vanuit een fotolijstje naar zijn vrouw die op zondagmiddagen alsnog pianoles geeft aan die kids. Mooi nummer met een klarinet, alsof het zonder al niet voldoende de sfeer van Tom Waits benadert. Fault Lines is langzaam met een streepje steelgitaar. Het album eindigt met O’ Magnolia in gospelsfeer.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie