Eerlijk gezegd wist ik niet zeker of ik het album Eagle Number 65 (eigen beheer) van Lloyd Maines moest aanvragen bij de artiest om het te kunnen bespreken. Want stel je voor dat het een beetje tegen zou vallen. Zou ik dan de door mij zeer bewonderde steelgitarist moeten afvallen? Want instrumentale albums, nou ja, die draai je nu eenmaal minder vaak. Zijn minder spannend. Missen een verhaal. Missen diepgang. Missen de emotie. Dat alles bedacht ik vooraf. Om vervolgens toch een mailtje te sturen naar de Texaan. En nu draait de cd zijn rondjes. Niet een paar keer, maar echt heel vaak al. En er zullen nog vele malen volgen, zoveel is zeker.
Hoe kon ik twijfelen aan de man die al gevraagd werd om op zo’n 5000 albums zijn klasse te etaleren? Als steelgitarist. Als multi-instrumentalist. Als producer. Dus ja, Eagle Number 65 is een geweldig album geworden. De eerste soloplaat van de 70-jarige veteraan.
Ik volg Maines al sinds eind jaren 70. Want hij zat in de band van Joe Ely, mijn grote held en net als Lloyd afkomstig uit Lubbock, Texas. De duels die de steelgitarist uitvocht met gitarist Jesse Taylor zijn niets minder dan legendarisch. Voor mij persoonlijk in ieder geval zo ongeveer het mooiste wat muziek te bieden kan hebben.
Door de pandemie had Maines het bijna drukker dan ooit, zoveel verzoeken kreeg hij om bijdragen te leveren aan albums van andere artiesten. Hij genoot van al het werk in zijn funky man cave in Austin. En bedacht dat hij misschien ook maar eens iets voor zichzelf moest maken. Een album voor zijn familie moest het worden. En ook door zijn familie, zoals op het door Terry Allen geschreven Bloodline. Het is het enige nummer waarop Maines zingt. Niet alleen trouwens, zijn hele familie zingt mee op het nummer over familiebanden. Met 53 personen waren ze, het nummer begint met gebrabbel van de jongsten.
De familieband is sterk. Met zijn broers had Lloyd ook nog de band The Maines Brothers en de generatie voor hem was ook al als zodanig actief in West Texas. De hoes van Eagle Number 65 bestaat trouwens uit vier tekeningen die gemaakt werden door zijn vier kleinkinderen. Een van hen schreef het nummer Homer’s Odd Is He, een jazzy compositie waarop deze Jackson Slade Pasdar gitaar speelt. De nu 20-jarige Declan Maguire speelt piano op Declan’s Cookie dat Lloyd samen met Terri Hendrix schreef toen hij vier jaar oud was.
Het is niet alleen maar steelgitaar, Maines is teveel een vakman om een saai werkstuk af te leveren. Hij speelt een veelheid aan instrumenten en riep af en toe ook nog de hulp in van onder anderen Pat Manske, Glenn Fukunaga, Paul Pearcy en Bukka Allen. En Terri Hendrix, met wie hij veel speelde, blaast haar partijtje mee op mondharmonica. Van haar covert Maines Wallet.
En dan is er de uitvoering van Because Of The Wind van Joe Ely, te vinden op diens meesterwerk Honky Tonk Masquerade. Honderden keren speelde Maines het met Ely. Hij spreekt in de liner notes de hoop uit dat hij met zijn instrumentale versie de compositie recht heeft gedaan. Welnu, dat heeft hij. Door de afwisseling van instrumentarium valt de wind nergens stil. Het is West Texas op zijn mooist.
Dat is ook het titelnummer, een van de vier eigen composities. Het is opgetrokken uit streken op een lap steel en pedal steel, met daaraan toegevoegd bongos van Pat Manske. De western swing van het door Leon McAuliffe geschreven Steel Guitar Rag voorziet Maines van zijn eigen handtekening. Ook heel aardig is het om meer dan eens op het album instrumentale stukjes te horen die je toch deels meent te herkennen van albums uit de platenkast waarop de Texaan te horen is.
Van The Chicks met zijn dochter Natalie Maines doet hij Lullaby, waarop zijn kleindochter Amelia zingt. Het is eigenlijk allemaal even prachtig, zelfs de afsluiter Auld Lang Syne is dat, zelfs als je jezelf betrapt dat je Wij Houden Van Oranje gaat meezingen.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie