Too Slim and the Taildraggers – Black Jake & the Carnies – Rory Block – Kirsten Thien – Lloyd Jones – Pokey Lafarge and the South City Three
Liefst zestien albums heeft Tim ‘Too Slim’ Langford reeds afgeleverd. Op Shiver (Underworld Records) rammelt de gitarist uit Seattle met de botten alsof hij geesten heeft gezien. Of het nu gaat om countryblues met boogie, verkenningen van het moeras met gierende orgels en vette grooves of nummers met de power van Jimi Hendrix, het maakt Too Slim and the Taildraggers allemaal echt niet uit. Ze beheersen het allemaal. Funky stuff met opzwepend gitaargeweld of lekker ronddraaiende gitaren, zo lekker klinkt bluesrock niet vaak. En zoveel soul bezit het genre ook zelden.
Black Jake & the Carnies zijn de zelfbenoemde koningen van de crabgrass. Wat dat is? De tien nummers op Where The Heather Don’t Grow (eigen beheer/Sonic Rendezvous) ontploffen bijna van energie. Met elementen uit oude blues en ragtime komen de heren van dit gezelschap uit Ypsilanti, Michigan tot een vorm van wilde folkpunk. De schorre stem van de banjo spelende Black Jake is daarbij zeer bepalend. Hier rammelen de botten al net zo wild als bij Too Slim and the Taildraggers. Een van de nummers draagt dan ook de songtitel Bone Man.
Shake ‘Em On Down (A Tribute To Mississipi Fred McDowell) is een geweldig eerbetoon van Rory Block. Ze beperkt zich niet tot louter covers, maar schreef ook zelf vier liedjes. Met heel veel liefde en bezieling werkt Block aan The Mentor Series, eerder waren er al albums met werk van Robert Johnson en Son House. Block neemt de hypnotiserende groove van de bluesman als basis en voegt er haar eigen technieken en inzichten aan toe. Zo blijft oude muziek levend.
Delicious (Screen Door Records) is het derde album van de in New York wonende Kirsten Thien. Eric Boyd produceerde het album waarop ouderwetse Memphis soul met blazers wordt afgewisseld met Chicago-blues. Naast drie covers schreef Thien alle nummers, soms in samenwerking met anderen. Een Hammond B-3 zorgt ervoor dat de autoruiten beslaan tijdens het nummertje dat gemaakt wordt in Taxi Love.
Lloyd Jones beperkt zich op Highway Bound (Underworld Records) tot traditionele folk en blues, zoals al op de cover staat. Van de zestien nummers zijn er drie van de hand van Jones, de rest betreft covers. Charlie Musselwhite en Curtis Salgado komen elk langs om op een nummer mondharmonica toe te voegen.
De formule van Pokey LaFarge and the South City Three is op Middle Of Everywhere (Continental Record Services/Munich) niet veranderd ten opzichte van Riverboat Soul. De mannen gaatn wederom terug in de tijd, naar het begin van de vorige eeuw om precies te zijn. De oude countryblues van het viertal wordt soms opgekrikt door wat blazers. Voor een beetje western swing kunnen deze mannen ook zorgen.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie