Liefst drie cd’s verschenen er in 2011 van de veelzijdige singer-songwriter Tyler Fortier uit Eugene, Oregon. Een waar kunststukje, temeer daar de albums elk een eigen sfeer hebben. Bovendien schreef de Amerikaan alle nummers zelf.
Voor het in februari verschenen …And They Rode Like Wildfire Snaking Through The Hills ‘Neath The Scarlet Sun (eigen beheer) liet Fortier zich inspireren door het Wilde Westen van de negentiende eeuw. De nummers zijn zowel fictief als gebaseerd op waargebeurde verhalen. Het kale geluid van de lo-fi setting levert vergelijkingen op met Butch Hancock en Bruce Springsteen (Nebraska). Dead Man’s Hand is een sterke opener met piano, akoestische gitaar en mondharmonica. Op Retribution Ain’t Murder komt daar ook wat orgel en piano bij. Het ontbreekt absoluut niet aan dynamiek op dit toch karig vormgegeven album. Op How’d They Know valt ook de vergelijking op met de murder ballads van Bob Frank & John Murry. De fraaie samenzang met enkele gasten op Ride, Ride, Ride is bijna als Fleet Foxes of Manassas. The Ballad Of Travelin’ Pat Johnston valt op door hoge, bijna psychedelisch aandoende zang en op The Ol’ Corral zingt Fortier als Bonnie ‘Prince’ Billy. Topplaat! Verkrijgbaar bij CD Baby.
In april verscheen Fear Of The Unknown (eigen beheer) dat in alle opzichten voller klinkt. Het eerste nummer Mamma I’m Coming Home begint licht, maar ontwikkelt zich naar bijna orkestrale proporties. Be What They Be is daarna felle catchy pop. Het titelnummer is uptempo met uitgelaten samenzang. Voeg daar blazers, een lekker felle gitaar en toetsen aan toe en het mag duidelijk zijn dat Tyler Fortier zich hier voordoet als de moderne poptroubadour. Denk in de richting van Josh Ritter of Josh Rouse. Toetsen en gitaren gaan lekker loos in At The End Of The Day. Toch blijft de sound elegant, waarna een geraffineerd koortje op het laatst bijna wat gospelinvloeden toevoegt. Meer en meer wordt dan ook wel duidelijk dat deze Tyler Fortier een klasbak is. Into The Heart Of Everyman is een perfecte rocksong zoals Neal Casal ze ook aflevert. Song For Our Fellowman gaat one, two, three, four naar een uitgelaten sfeer met handgeklap en samenzang. Een orgel en een fiddle, ach wat een feest met ook nog bellen als in een kerstliedje. En boven alles een sterke melodie, het soort popmuziek dat in de jaren zeventig in de hitlijsten stond. Topplaat! Verkrijgbaar bij CD Baby.
Bang On Time (eigen beheer) is de in oktober verschenen derde voltreffer van Tyler Fortier dit jaar. Fortier (zang, elektrische en akoestische gitaren, slidegitaar, dobro, orgel, piano, mondharmonica, percussie) speelde het album vol met Matt Greco (toetsen), Ben Klenz (drums, percussie) en Erin Flood (zang) die ook op de andere platen te horen zijn. Daarnaast zijn er gasten die met steelgitaar, banjo en mandoline het geluid nog ietsjes richting countryrock schuiven. The World Is Moving Slow gaat in weerwil van de titel al snel naar een gejaagd ritme. You move like a river and flow under my skin verkondigt Fortier in When The Day Gets Lonely. Mooi gezegd. Het titelnummer vangt aan met simpele drums alsof we naar een chaingang luisteren. Een prachtige akoestische slide brengt ons vervolgens in het moeras. To Keep From Growing Old is weer als Josh Rouse en in A Place I Used To Know is de samenzang zowaar bijna als Smokie en dat is geen enkele reden om nu alsnog af te haken. Er volgt naast een lekker liefdesliedje op een heerlijk bodempje van drums, toetsen, snaren en steel (Will You Love Me?) namelijk ook nog het kale Waking Again waarin Fortier klinkt als een jonge Dylan met mondharmonica en gitaar. Topplaat! Verkrijgbaar bij CD Baby.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie