Het kraakje is terug in de stem van Bonnie Prince Billy op Wolfroy Goes To Town (Domino/Munich). Dat is een constatering zonder waardeoordeel. De stem van Will Oldham is aardser in vergelijking met de verfijnde zang van Lie Down In The Light. Een ander verschil met de voorgaande albums is dat niet zo groots wordt uitgepakt; de instrumentatie is veel spaarzamer. Overwegend rustig dus, maar niet zonder spanning, want we hebben hier wel degelijk te maken met een nieuw meesterwerk van de grootse kunstenaar Will Oldham. De fraaie woordloze zang van de gastzangeres geeft Time To Be Clear de sfeer van Californische folk uit de jaren zestig, een gevoel dat bij Black Captain terugkeert. Op het eind van Cows komt toch even een elektrische gitaar om de hoek kijken, waarna het toefje samenzang vervreemdende freak folk is. Quail And Dumplings is sneller en heftiger dan de rest: een akoestische gitaar en handgeklap met oosters aandoende zang, een indruk die de twangende gitaar versterkt. Het geheel klinkt bijna als een western die zich afspeelt op de steppen van Mongolië. Tekstueel is Oldham zoals we van hem gewend zijn nauwelijks te volgen. Een zinnetje als as boys we fucked each other klinkt expliciet en heeft derhalve nogal wat aandacht gekregen, maar door het daarop volgende as men we lie and smile kun je toch opmaken dat Oldham het heeft over elkaar een loer draaien.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie