Rick Estrin and the Nightcats – The Nighthawks – Royal Southern Brotherhood – Jesse Cobb – Jake La Botz – Tom Rodwell – Nico Wayne Toussaint
.
Nadat gitarist Charles Baty enkele jaren geleden aangaf dat hij het rustiger aan wilde doen, ging zijn band Little Charlie and the Nightcats gewoon door als Rick Estrin and the Nightcats. Estrin (mondharmonica, zang) was immers al dertig jaar de frontman geweest. De rol van gitarist wordt sindsdien vervuld door Kid Andersen. De Californische band richt zich op de blues uit Chicago, maar zoals ze altijd al hebben gedaan gooien ze daar van alles doorheen: rock-‘n-roll, soul, surf, als het maar swingt. En dat doet het ook zeker op One Wrong Turn (Alligator/Munich).
.
The Nighthawks is (ook) al drie decennia een gevestigde naam. De band heeft al die tijd een Damn Good Time (Severn Records/Munich) door vast te houden aan de aloude formule van mouwen opstropen en het zweet laten lopen. Net als Los Lobos, Blasters en Fabulous Thunderbirds wist deze formatie rootsrock door de jaren tachtig te slepen. De eerste twee bands zorgden daarvoor aan de westkust van Amerika, de T-birds waren actief vanuit hun thuisbasis Texas en The Nighthawks namen de oostkust voor hun rekening. Het zweet is nog niet opgedroogd op deze cd!
De formatie Royal Southern Brotherhood heeft bloedlijnen lopen naar twee belangrijke muzikale families en wel The Allman Brothers en The Neville Brothers. In Royal Southern Brotherhood (Ruf/Munich) werken Cyuril Neville en Devon Allman samen. En het zal geen verbazing wekken dat veel terug te horen is van deze twee welhaast iconische bands. Heel veel fiyo natuurlijk. Het door zanger/gitarist Mike Zito geschreven Hurts My Heart klinkt overigens vooral als John Hiatt, terwijl het gitaarspel af en toe meer lijkt op Carlos Santana.
Nieuwe namen die blues als uitgangspunt voor rauwe rootsrock nemen zijn er ook. Jesse Cobb is begin twintig, maar niettemin al een ‘veteraan’ in San Francisco. Hij speelt al sinds zijn dertiende in allerlei bands, waaronder de Chris Cobb Band van zijn vader. Op Last Night’s Dreams (eigen beheer) doet hij voor het eerst helemaal zijn eigen ding. In het bluesy spul valt zijn funky gitaarspel op en bovendien zingt hij met soul. De laatste nummers van de cd verlaat hij de blues voor americana. Zo is N.Y. een liedje dat Harvest van Neil Young in herinnering roept en de afsluiter past qua sfeer helemaal bij de titel Southern Gothic. Overigens gaat het hier om een andere persoon dan de Jesse Cobb die mandoline speelt en vorig jaar de Infamous Stringdusters verliet.
The Devil Lives In My Throat (Continental Song City/Munich) van Jake La Botz is een compilatie van diens albums Graveyard Jones, Sing This To Yourself en I’m A Crow. Voor de zinderende americana van het eerste album hadden we destijds vijf sterren in petto. Het akoestische Sing This To Yourself kreeg vier sterren en de recensie van I’m A Crow is nog op deze site te vinden. Goed dat La Botz nu ook in Nederland gewoon in de winkels ligt. Jammer is het dat niet gewoon Graveyard Jones in zijn geheel door Continental is uitgebracht. Dat is namelijk niets minder dan een onmisbare klassieker.
.
Het debuut Live Humble (Fireplace Recordings) van Tom Rodwell is geen liveplaat. Het gaat hier om een studioplaat zonder overdubs of later toegevoegde effecten. Rodwell (zang, gitaar, stomp-box) had bij de opnamen het gezelschap van Damian Horner-Paulusma (tabla, kanjira, pandeiro) en Art Terry (accordeon). Rodwell maakt blues die ook past in het vakje wereldmuziek. De arrangementen laten invloeden uit calypso en juju horen. Maar in essentie is het minimale rauwe blues met af en toe de bezieling van gospel. Aanrader.
Nico Wayne Toussaint brengt blues met mondharmonica op Lonely Number (Dixiefrog). Dat klinkt misschien nogal eendimensionaal, maar dat blijkt reuze mee te vallen. Toussaint voegt diverse elementen uit de blues in de nummers die vooral door hemzelf geschreven zijn. Bovendien kan hij rekenen op de inbreng van drummer Nicky Estor als leverancier van composities. Ook als zanger weet hij te overtuigen. Rod Piazza blaast ook nog even mee op mondharmonica, terwijl gitarist Mike Welch ook te gast is op een nummer. How Long To Heal is door de tweede stem als Holmes Brothers, waarna Where Was I weer richting Chicago wandelt.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post. TrackBack URL
Plaats een reactie