Mijn top 10 over 2009
Eigenlijk moet je een paar maanden wachten voordat je de tien platen kiest die volgens jou echt de beste van het afgelopen jaar waren. Maar lezers hebben dat geduld niet. Dus zit ik het eerste weekend van het nieuwe jaar met een stapel van 22 cd’s voor me, waaruit ik moet gaan kiezen. Ter inspiratie ga ik naar de site van No Depression. Toen het gelijknamige blad nog bestond, was dat vaak een soort van gids. Op hun lijst checkte ik of ik een belangrijke cd over het hoofd gezien had. Nu wordt de lijst samengesteld door de bezoekers van de site. Dit is hun top 10:
1. Buddy & Julie Miller – Written in Chalk
2. Avett Brothers – I and Love and You
3. Neko Case – Middle Cyclone
4. Tom Russell – Blood and Candle Smoke
5. Dave Alvin & the Guilty Women
6. Wilco – Wilco (the Album)
7. Justin Townes Earle – Midnight at the Movies
8. Chuck Prophet – Let Freedom Ring
9. Steve Earle – Townes
10. Guy Clark – Somedays the Song Writes You
De nummers 8 en 10 zijn nog niet in mijn bezit. Chuck Prophet heb ik wel besteld bij Amazon, dus die zal een dezer dagen wel in mijn brievenbus vallen. Ik vind de top 10 wel oké, hoewel Steve Earle bij mij nimmer een kanshebber is geweest en Neko Case, Dave Alvin, Wilco en Earle junior ook niet tussen de 22 cd’s zitten die voor me liggen.
Ik houd elke cd in mijn hand en met pijn in het hart verdwijnen Carolyn Mark & NQ Arbuckle, de dubbele verjaardags-cd van het tijdschrift Oxford American, M. Ward, Exene Cervenka, Scott H. Biram en Ian Hunter. Daarmee is het probleem niet opgelost, want er blijven nog steeds 16 cd’s over voor een lijstjee waar er dit jaar echt maar 10 op mogen; geen gerotzooi door gerelateerde platen gelijk te laten eindigen.
De volgende vijf die sneuvelen: Andi Almqvist (dat zou wel de eerste Scandinavische plaat zijn geweest die op een eindejaarslijstje van mij terechtgekomen was, shit), Theme Time Radio Hour Season 2 met de beste dj ter wereld Bob Dylan, Graham Lindsey, Todd Thibaud en The History Of Rhythm And Blues 1942-52.
Nog een te gaan.
Jammer, maar helaas, dat is dan het einde van The Avett Brothers met een plaat waarvan ik een tijdje dacht dat hij nummer 1 zou worden, maar die ik na heel veel draaien toch minder vind dan hun vorige, Emotionalism. Bovendien ben ik eerder in een agressieve dan in een gevoelige stemming.
Dus (tromgeroffel), dit is ‘m, het lijstje met mijn 10 platen van het jaar.
1.Tom Russell: Blood And Candle Smoke
2.Dex Romweber Duo: Ruins Of Berlin
3.Levon Helm: Electric Dirt
4.Geraint Watkins: In A Bad Mood (deluxe expanded edition)
5.Drive-By Truckers: The Fine Print (a collection of oddities and rarities)
6.Bob Dylan: Together Through Life
7.Kris Kristofferson: Closer To The Bone
8.Heavy Trash: Midnight Soul Serenade
9.John Doe And The Sadies: Country Club
10.Buddy & Julie Miller: Written In Chalk
Q65
Met afstand het beste muziekboek dat ik heb gelezen dit jaar is Q65 – de ultieme biografie van Pim Scheelings. Het is een serie schaamteloze interviews met nog levende leden van deze legendarische Haagse garage/beatgroep, die triomfen vierde in de jaren zestig en die later vooral in Amerika een cultstatus verwierf. Met een ultieme biografie heeft het geen donder te maken, het is een oral history waarbij iedereen zijn eigen waarheid heeft. Maar het beeld dat naar voren komt is dat van een stelletje tuig dat helemaal per ongeluk een korte periode fantastische en baanbrekende muziek maakte (You’re The Victor, I Despise You, Ann, The Life I Live, World Of Birds, It Came To Me). Scheelings heeft het hard en rauw opgeschreven en niemand wordt gespaard. De anekdotes zijn adembenemend grof. Om een willekeurig voorbeeld te nemen. Gitarist Frank Nuyens over roadie Frits: ‘Stonden we bij het zebrapad te wachten voor een bejaarde vrouw die aan het oversteken was roept ie ineens: “Als je godverdomme niet opschiet maak ik van je kut een garage!” Hij gaf ook meteen een dot gas weet je wel.’
Verder is het een aaneenschakeling van onderlinge haat, oplichterij, vernielingen, geweld, drank- en drugsgebruik en dood en verderf. Lezen is geloven. Een meesterwerk verschenen bij uitgeverij Henk de Tank 2009.
Fred’s Hoekje
Over de muziek-box-set heb ik gemengde gevoelens. In het beste geval is zo’n box een oeuvre-overzicht, of verzameld werk, van een groep, of zanger(es), eventueel aangevuld met wat niet eerder uitgebracht materiaal. In het slechtste geval is het juist andersom – dan krijg je een grote hoeveelheid onuitgebracht werk (vaak matige live opnames), met daarbij wat alternatieve versies van nummers en een enkel origineel. Van het eerste geval is de Elvis Presley box The Complete ’50 Masters een goed voorbeeld, van het tweede A Musical History van The Band (hoewel hierbij de verpakking, een mooi boek, veel goed maakt).
Voor beide opties is een publiek te vinden, neem ik aan – anders werd het niet gemaakt – maar ik heb toch ook vaak het gevoel dat me, als fan, iets opgedrongen wordt dat ik eigenlijk helemaal niet nodig heb. Ik geef toch echt de voorkeur aan de oorspronkelijke uitgave op lp of cd, omdat ik er vanuit ga dat de makers daarmee een afgerond kunstwerk presenteerden (nou ja, in de meest gunstige gevallen althans). Daarom heb ik ook zo’n hekel aan die ‘uitgebreide’ versies op cd van oorspronkelijke platen, met ‘outtakes’ van nummers die in hun beste versie al gewoon op de plaat staan – heel irritant is dat.
In de uitverkoop liet ik me verleiden tot de aankoop van de Velvet Underground box Peel Slowly and See, die een soort combinatie van bovenstaande opties bleek te zijn. Op vier (van de vijf) cd’s in de box staat weliswaar steeds een complete versie van de vier ooit uitgebrachte lp’s van de groep, maar omringd (voor en na de muziek zoals die op de lp stond) door nauwelijks aan te horen live-opnames. Had die extra’s op een aparte cd gedaan, dan kun je makkelijker zelf beslissen of je die (nog eens) wilt horen. Nu erger je je tijdens het afspelen, terwijl de oorspronkelijke muziek in de lp-volgorde nog steeds fantastisch klinkt. Wie zou er met deze aanpak in hemelsnaam tevreden zijn?
Al vroeg in december maakte ik een jaar-overzichtje van wat ik de beste muziek van 2009 vond. Eigenlijk vind ik zoiets onzin. Muziek is onvergelijkbaar, en geen sport, dus iets op nummer één zetten slaat nergens op. Ik hou het maar op een jaarlijkse wens tot inventarisatie. Nadat ik toch dat jaarlijstje gemaakt had, kreeg ik opeens veel sympathie voor wat daar net buiten was gevallen, de nummers 11 en verder. Met als gevolg dat ik daarna vooral die cd’s draaide: Grizzley Bear’s Veckatimest (als enige nieuwkomer), en de cd’s van Richmond Fontaine, Dayna Kurtz en Buddy & Julie Miller, die in eerste instantie waren afgevallen omdat ik ze veel minder dan hun voorgaande werk had gevonden.
Het is al eerder gezegd: muziek (maar ook literatuur en film natuurlijk) zou op langere termijn nog eens opnieuw, in een breder perspectief, beoordeeld moeten worden. De tijd weet alles beter. (Fred Schmidt)
Therapie deel 12
Ik heb een ziekelijke cd-koopdrang. Er zijn, zo bleek, meer mensen die het kopen van cd’s eigenlijk net zo leuk (of leuker) vinden dan het luisteren naar cd’s. En die weigeren te stoppen met kopen. Deze ziekte is slechts te overwinnen door steeds maar weer op te schrijven waarom je iets aanschaft. Net zo lang tot je echt door hebt dat je gestoord bent. Dit is de decemberoogst. Het jaar zit erop, de therapie heeft, als ik de totaalscore bekijk, niet geholpen. Ik heb 333 cd’s aangeschaft en gekregen, ik heb cd’s gekocht die ik al had, ik heb cd’s gekocht die ik nu al lang weer vergeten ben. En het heeft me natuurlijk aardig wat geld gekost: 42,57 Engelse ponden, 556,78 Amerikaanse dollars en 1.301,11 euro’s. Of ik er gelukkiger van ben geworden? Waarschijnlijk niet.
Reageren mag nog steeds: mail naar f.lomans@smm.nl. Zij die deze therapie onzin vinden, kunnen nu ophouden met lezen.
December 2009
In december kocht en kreeg ik 46 soms ronduit bizarre nieuwe cd’s (dubbelaars en boxen gewoon als een geteld, aanschaffen in het buitenland zijn inclusief verzendkosten). Die kostten me 80,25 euro en 20,25 pond. Dit waren de aanwinsten (+ aanschafprijzen). Een aanschafprijs van €0,00 houdt in dat ik hem heb gekregen, meestal van de betreffende platenmaatschappij of distributeur of gewoon als cadeautje.
Rodolfo Alchourron: Sanata Y Clarificacion Vol 1 Y 2 (€0,00)
Argentijnse jazzrock uit begin jaren 70 (de twee lp’s hier verzameld op een cd stammen om precies te zijn uit 1972 en 1974), opnieuw uitgebracht op het onvolprezen Vampisoul label, dat op prachtige wijze soms ronduit ridicule muziek opnieuw soms terecht, soms onterecht onder de aandacht brengt. Dit zit in de ridicule en onterechte hoek, ondanks soms wat grappige Zappa-trekjes en Soft Machine-invloeden.
Andi Almqvist: Glimmer (€0,00)
Uit Zweden, en op de valreep, komt een van de aangenaamste verrassingen van het jaar. Ik hoor fraaie liedjes, gedurfd georkestreerd, stoer en gevoelig (Amsterdam is in elk opzicht ronduit verbluffend, een instant kerstklassieker). In mijn oren een combi van Ennio Morricone, Tom Waits, Ron Sexsmith, Calexico, Nick Cave, Stan Ridgway en Chuck Prophet.
Guido Belcanto: Ik Zou Mijn Hart Willen Weggeven (€0,00)
Geen idee waarom deze Belg opeens om mijn werkbureau lag, maar ik heb hem meegenomen naar huis omdat er een vernederlandste John Prine-cover opstond. Blijkt dus ingetogen countryfolk te zijn. Heb het wel eens slechter gehoord.
Jenny Bohman: Coming Home (€0,00)
Zangeres die klinkt alsof ze uit Californië komt (jaren zeventig), maar die gewoon Zweeds en van nu is. Folk met een stevige bluesy ondertoon en wat Tracy Chapman. Swingend en meeslepend. Jammer van de wat stijve teksten.
Willy Clay Band: Blue (€0,00)
Buitengewoon brave countryrock uit Scandinavië. Voor bij de open haard (of erin).
Cody: Cody (€0,00)
Uit Denemarken. Mini-cd met anti-folk, zoals ze het zelf noemen. In de Bonnie Prince Billy- en Lambchop-hoek. Helemaal niet slecht. Inmiddels hebben ze ook een volwaardige cd gemaakt.
Leonard Cohen: Various Positions (€4,50)
Omdat Ron Sexsmiths cover van Heart With No Companion zo geweldig is, dacht ik: ook het origineel van Leonard Cohen kopen. Die cd uit het midden van de jaren 80 bleek ik al te hebben (het gebeurt me nu iets te vaak dat ik koop wat ik al heb) en stond in mijn computer genoteerd als een onverbiddelijke vijfsterrenplaat.
Murali Coryell: Sugar Lips (€0,00)
Zoon van jazzgitarist Larry Coryell, die ook meespeelt. Muzikaal is Murali echter een zoon van Delbert McClinton; rauwe stem, swingende blues, soul en rock. Niet origineel, niet slecht. Bijzonder moment: tijdens Mother’s Day, een liedje over de dood van zijn moeder, zegt Murali op een gegeven moment: ‘Play it daddy.’ En dan speelt Larry een mooie solo.
Sean Costello: Sean’s Blues – A Memorial Retrospective (€0,00)
Costello srierf in 2008, een dag voor zijn 29ste verjaardag. Waarschijnlijk een overdosis heroïne. Dit is een carrièreoverzicht dat duidelijk maakt dat het wonderkind uit Atlanta een van de beste en meest smaakvolle blanke bluesgitaristen was, ergens tussen Stevie Ray en Jimmie Vaughan in.
Paul Curreri: California (€0,00)
Als je Michael Hurley (die behalve een paar sublieme soloplaten in de jaren zestig zijdelings betrokken was bij de legendarische Holy Modal Rounders) covert, dan heb je smaak en lef. En dat heeft Curreri. Ingetogen, breekbaar, rommelig, spannend en soms wonderschoon.
Eaglekin: Eaglekin (€0,00)
Uit Portland afkomstig gezelschap dat ergens manoeuvreert tussen hardrock, psychedelica, pop en folk. Ik kan er geen chocola van maken, maar fascinerend is het wel.
Stace England And The Salt Kings: The Amazing Oscar Micheaux (€0,00)
Oscar Micheaux was zo’n beetje de eerste zwarte Amerikaanse filmer en de songtitels zijn de titels van zijn films. Wederom een fraaie themaplaat van Stace England, die overigens zelf blank is. Stevige rootspop, want England is niet zuinig met gierende gitaren.
The Ettes: Look At Life Again Soon (€0,00)
Pokkenherrie van twee dames en een heer uit Nashville. Beetje White Stripes-achtig, maar liedjes missen raffinement.
Fairport Convention: Liege & Lief (€8,10)
Ik ga door met het verzamelen van Richard Thompson. En dit is een aanvulling van niveau. Na de dood van drummer Martin Lamble, in 1969, wilde Fairport Convention wat anders; een plaat maken van het niveau van The Band’s Music From Big Pink. Wat Big Pink betekende voor de Amerikaanse muziek moest Liege & Lief voor Engeland. Slaagden ze daar in? Nee, want i.t.t. The Band was dit geen debuutplaat en was Fairport al langer bezig het oude Engeland in hun muziek door te laten klinken. Maar verder… een geweldige plaat met deze keer een kleinere rol voor Thompson en een grotere voor Sandy Denny.
Fairport Convention: House Full: Live At The LA Troubadour (€5,40)
Weer een plaat voor de Richard Thompson-collectie. Live-opnamen uit 1970. Roekeloze folkpunk avant la lettre. Een openbaring.
Group 1850: Agemo’s Trip To Mother Earth (€4,00)
Bij het lezen van het Q65-boek kwam ook deze Haagse groep voorbij en het bizarre verhaal over de totstandkoming van de hit Mother No-Head. Die staat op deze heruitgave van hun enige serieuze plaat die, zo wist ik vooraf zeker, behoorlijk kut zou zijn.
Noëlle Hampton: Thin Line (€0,00)
Zangeres uit Californië die opereert vanuit Austin. Poppy rootsmuziek. Goede liedjes, goede zangeres. Maar Lucinda Williams en Gillian Welch bestaan al. Cd sluit af met U2-cover (Love Is Blindness).
Heavy Trash: Midnight soul serenade (€0,00)
Rauwe rootsmuziek van de groep van Jon Spencer en Matt Verta-Ray; blues, rock ‘n’ roll, soul. Fantastisch, omdat ze niet alleen in het rood uitslaande herrie maken, kitscherig en ordinair durven te zijn en ondanks al dat gerotzooi ook nog de moeite nemen echte liedjes te schrijven en niet terugschrikken het tempo te verlagen en een ballad tussendoor te doen.
John Hiatt: The Open Road (€0,00)
De nieuwe Hiatt komt uit op 2 maart en is op een pretentieloze manier zeer de moeite. Niks baanbrekends (het titelnummer is een muzikale variatie op Perfectly Good Guitar, Go Down Swingin’ zou een Tom Petty-nummer kunnen zijn), maar zeer enthousiast en swingend. Ideale automuziek, zou ik zeggen, en die wordt er dezer dagen veel te weinig gemaakt. Een plaat om blij van te worden.
James Hunter: The Hard Way (€4,50)
Deze blanke Brit wil maar een ding: net als Sam Cooke zijn. Daar slaagt hij ook op deze plaat, uit 2008, wonderbaarlijk goed in.
Marta Kubisova: Ne! The Soul Of Marta Kubisova (€0,00)
Ook weer zo’n Vampisoul-release met Tsjechische muziek; ditmaal een licht hysterische zangeres die wereldberoemd was in haar geboorteland eind jaren zestig en die vreselijk haar best doet om te klinken als Dusty, Lulu, Sandie en andere populaire Engelse dames uit die tijd. Tevergeefs, hoewel ze er wel goed uitziet. Erg curieus.
Ray Lamontagne: Gossip In The Grain (€5,40)
Hij heeft een stem die me doet denken aan de legendarische Ted Hawkins; diep, hees, fluisterend en geruststellend. En als hij dan ook nog eens mooie liedjes schrijft (op deze plaat zijn dat er een stuk of vier), dan vind ik Lamontagne geweldig. Het eerbetoon aan White Stripes-drumster Meg White is een curieus hoogtepunt.
Beth McKee: I’m That Way (€0,00)
Ondertitel van deze cd: A Salute To Bobby Charles. Deze zangeres, geboren in Mississippi covert tien van Bobby Charles’ bekendste en beste nummers; van See You Later Alligator tot Small Town Talk en Tennessee Blues). De resultaten zijn gemengd: McKee is weliswaar een geweldige zangeres, maar de ritmesectie is bij tijd en wijle zo lomp dat het pijnlijk wordt. Maar de momenten dat het allemaal klopt, dan is het heel bijzonder.
Tift Merritt: Home Is Loud (€0,00)
Geen idee waarom juist nu dit optreden uit 2005 hier wordt uitgebracht (met Bramble Rose als bonustrack). In ieder geval, Tift Merritt speelt hier een thuiswedstrijd (North Carolina) en wint die.
Micky & The Motorcars: Naïve (€0,00)
Dit is de groep van Micky en Gary Braun; hun twee oudere broers runnen het veel bekendere Reckless Kelly. Maar Micky & The Motorcars steken hun broers naar de kroon. Countryrock die teruggrijpt naar The Byrds met vaak formidabel gitaarwerk. Met twee liedjes van Kevin Welch en een versie van Jon Dee Graham’s Twilight.
Elliott Murphy: Alive In Paris (€0,00)
Elliott en ik zullen nooit vrienden worden. Ik vind z’n liedjes veel te intellectualistisch, zijn stem te karakterloos en tijdens het enige concert dat ik ooit van hem zag vond ik het een arrogante lul. Desondanks bevalt deze live-plaat me beter dan zijn studioplaten.
Gram Parsons: Sacred Hearts & Fallen Angels: The Gram Parsons Anthology (€11,25)
Als Parsons-fan is er weinig muzikale reden om deze dubbel-cd uit 2001 te kopen (een niet eerder uitgebracht nummer). Behalve dan dat in tweeënhalf uur alle fases in zijn carrière worden belicht, dat er een fijn boekje bij zit, dat ie weinig kostte en dat de muziek fantastisch is.
Joseph Parsons Band: Slaughterhouse Live (€0,00)
Parsons komt uit Philadelphia, maar is vooral bekend in Europa en dan nog met name in Duitsland, waar deze dubbele live-cd is opgenomen. Parsons’ stem zit ergens tussen Tom Russell en Richard Thompson in. Zijn muziek is echter iets te keurig om echt wortel te schieten, ondanks dat hij zo nu en dan buitengewoon aardige liedjes schrijft.
Pilgrim: Harbour Girl (€0,00)
Zweedse countryband, geproduceerd door Kink Ray Davies (!), die ook twee alleraardigste nummers levert. Goed gespeeld, maar vooral erg keurig dankzij de extreem brave zang.
The Poem Is You: The Poem Is You (€0,00)
Uit Dresden komt dezer dagen verrassende Americana. Dit is er een voorbeeld van. Met veel hippie- en folk-invloeden. En daar in Dresden hebben ze duidelijk hoorbaar goed geluisterd naar Lambchop.
Dave Rawlings Machine: A Friend Of A Friend (£9,62)
Dit was de laatste plaat die ik aanschafte in 2009 en die deed onmiddellijk een serieuze gooi naar de titel ‘tegenvaller van het jaar’. De rechterhand van de onvolprezen Gillian Welch (die een prominente rol speelt hier) heeft geen stem die langer dan drie seconden boeit en kan daarmee zelfs het allerprachtigste lied om zeep brengen.
Roosbeef: Ze Willen Wel Je Hond Aaien, Maar Niet Met Je Praten (€9,00)
Kadootje voor mijn jarige vrouw. Ook een van de favoriete zangeressen van mijn 8-jarige pleegzoon.
Rumen Welco: I Never Learned To Raise My Fist (€0,00)
Komt net als The Poem Is You uit Dresden en is nog beter. Dit is een van de meest Amerikaans klinkende cd’s van het jaar. Fraai en soms sprookjesachtig. Hoogtepunt: The Devil Plays Harmonium.
Tom Russell: Blood And Candle Smoke (£10,63)
Zo’n beetje de laatste aanschaf van het jaar en meteen een serieuze kandidaat voor de titel ‘plaat van het jaar’. Het is na Borderland (2001) en Love & Fear (2006) het derde meesterwerk van Russell deze eeuw, maar is doordat Russell een hesere stem heeft gekregen en de muziek net wat ingenieuzer is dankzij co-producer Craig Schumacher en zijn vrienden van Calexico toch zo mogelijk nog meesterlijker dan die twee andere topplaten.
Seasick Steve: Started Out With Nothin And I Still Got Most Of It Left (€7,20)
Over deze Amerikaanse 60+ zwerver deed mijn favoriete blad Uncut in 2008 opeens erg enthousiast. Dus voor deze prijs wilde ik wel even weten of dat ergens op sloeg. Ik weet het niet, eerlijk gezegd. We hebben hier te doen met een kruising van John Lee Hooker en Michael de Jong. Rauwe folky blues. Pas als hij richting gospel gaat (Happy Man) vat het echt vlam.
Snowbyrd: Diosdado (€0,00)
Zoals de naam van de band al doet vermoeden: deze band uit San Antonio had eigenlijk in de jaren zestig willen leven, liefst in San Francisco. Psychedelische garagepop. Niks mis mee, maar… waarom?
Sons Of Bill: One Town Away (€0,00)
Bijna elke plaat waarop (pedal steel-)guitarist Greg Leisz meespeelt is de moeite en klinkt als een klok. Zo ook One Town Away. Sons Of Bill komen uit Virginia en maken zuidelijke rock en country die het best geplaatst kan worden in de hoek waar ook The Bottle Rockets opereren. Een stel geweldige behoorlijk poppy liedjes, met soms ronduit briljante teksten (luister voor het bewijs naar Broken Bottles). Geen meesterwerk, maar veel scheelt het niet.
The Sons Of Hercules: A Different Kind Of Ugly (€0,00)
Er komt niet alleen Americana uit Texas. Dit is aanstekelijke garage/punk/pop, niet van de allerorigineelste soort.
Emil Viklicky: The Funky Way Of Emil Viklicky (€0,00)
Volgens de hoestekst een van de beroemdste jazzmuzikanten van Tsjechië. Instrumentale jazzfunk uit eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Competent, maar de hoes is spannender dan de muziek. Verschenen op Vampisoul.
Wrinkle Neck Mules: Let The Lead Fly (€0,00)
Deze band uit Virginia is voor de liefhebbers van The Band en The Gourds. Niet helemaal dat niveau, maar wel verdomd goed.
Back To Peru Vol. II (€0,00)
Verzameling (2 cd’s, 34 nummers, bijna 2 uur muziek) Peruvaanse pop, beat en psychedelica uit de periode 1964-1974. Grappig, charmant en soms zelfs goed. In Peru woonden aardig wat jongelui die gek waren op Jimi Hendrix en Carlos Santana.
Hillside Records Country Song Roundup (€0,00)
21 zeer ouderwetse country smartlappen die veertig of vijftig jaar oud klinken, maar gewoon van nu zijn. Met name Justin Trevino en Ray Sanders, beiden ruim aanwezig, hebben niet alleen een snik in hun eigen stem, maar zijn ook in staat die bij de luisteraar op te wekken. Typisch een plaat, waarbij ik het betreur dat ik al ruim 24 jaar niet meer drink.
I Got Music (€0,00)
Elf bands uit Charleston en omgeving die samen proberen ons te laten geloven dat de stad een bloeiende muziek scene heeft. Dat wordt helaas deze drie kwartier niet bewezen.
Uncut – The Best Of 2009 (€9,00)
De traditionele Uncut terugblik op het jaar cd geeft me een kans in ieder geval oppervlakkig kennis te maken met moderne muziek. Zo weet ik nu dat bijvoorbeeld Animal Collective en Grizzly Bear hypes zijn waar ik niets mee te maken wil hebben, zo weet ik nu dat Fuck Buttons geen punk- maar een danceband is en dat Dirty Projectors en Fever Ray experimenteel en interessant zijn. En zo weet ik dat ik complete cd’s moet kopen van Reigning Sound (garage soul uit Memphis), The Felice Brothers (een soort Band), The Low Anthem (mysterieuze en verstilde Americana) en Tinariwen (blues uit de Sahara).
Wattstax (€8,00)
Verslag op 3 cd’s van het zwarte Woodstock met artiesten die opnamen voor het Stax-label. Dus zijn onder anderen Isaac Hayes, de geweldige Staple Singers en Carla & Rufus Thomas te horen. Koopje.
The Weekend Starts Here (€4,80)
Ondertitel: original sixties mod classics. Op 3 cd’s zijn dat er 75. Die kosten dus minder dan zes en een halve cent per stuk. James Brown, Four Tops, Impressions, Dusty Springfield. Manfred Mann, Kinks. Who. Sir Douglas Quintet. Booker T., Animals, Bob & Earl, Marvin Gaye… Het gaat maar door. Een sublieme verzameling. En ik heb eindelijk Beggin’ van Timebox en That Driving Beat van de net overleden Willie Mitchell.
13/01/2010 Permalink
Hoe kom je aan die dubbele verjaardags-cd van het tijdschrift Oxford American? Een gunstige wind heeft mij kopies van enkele oudere exemplaren van hun Southern Music compilaties bezorgd, maar een originele ben ik nog nooit ergens tegen gekomen. Zelfs een zaak gespecializeerde in buitenlandse tijdschriften verdeelt het blad niet.
13/01/2010 Permalink
@peerke
Bestellen via de website van Oxford American http://www.oxfordamerican.org/. Ze sturen ‘m dan zonder verzendkosten op. Er zijn wel wat problemen met de verzending. Ik heb mijn exemplaar eind nov besteld en nog niet binnen, maar nu wel de toezegging dat een nw exemplaar van het blad (met de bijbehorende cd’s first class verzonden gaat worden.
14/01/2010 Permalink
Dank voor de link. Ik ga hem dadelijk bestellen.
18/01/2010 Permalink
Hugo, als ik probeer om een bestelling te plaatsen vanuit België komen er toch wel telkens € 10 verzendingskosten bij, ongeacht het aantal tijdschriften dat ik wil bestellen.
Ik kan dus maar beter van de gelegenheid gebruik maken om nog wat oudere nummers te bestellen.
19/01/2010 Permalink
Voor wat betreft de jaarlijkse Oxford 2CD’s die behoren bij de het gelijknamige blad, zou mijn voorkeur uitgaan naar Village Records in USA. http://www.villagerecords.com Zeer betrouwbaar online shop met heel veel bijzondere CD titels die ook nog deels te beluisteren zijn.
20/03/2010 Permalink
hi frans, bedankt voor deze recensie, blijkbaar ben je één van de weinige journalisten, die snapt dat een echte biografie over Q65 onbegonnen werk is. Wie is er nou geïnteresseerd in onze belevenissen naast die twee jaren van glorie?
cheers
joop roelofs