Op het moment dat bassist John Stiratt, dobro- en banjospeler Max Johnston en drummer Ken Coomer aan boord komen bij Uncle Tupelo – de legendarische wegbereiders van de alt.country – is het met die band gedaan en is de eerste versie van Wilco een feit. Jeff Tweedy, die gaandeweg een steeds dominanter rol heeft ingenomen, moet zich dan nog ontdoen van zijn kompaan Jay Farrar. Tweedy speelt dan ook de vermoorde onschuld als hij verbaasd is wanneer Farrar zich uit Uncle Tupelo terugtrekt. Jeff Tweedy heeft zijn zin: hij is nu alleen de baas.
Tweedy, die de nogal onnozele naam Wilco kiest voor zijn band, laat er geen gras over groeien: al binnen een jaar verschijnt A.M. – op hetzelfde label als de platen van Uncle Tupelo verschenen. A.M. zal een typische overgangsplaat blijken te zijn; naast de rootsy countryrock blijkt de plaat sterk te leunen op een jaren zeventig rock-gevoel. Een gevoel dat in de ontwikkeling van de band alleen maar sterker zal worden, niet in de laatste plaats door de toetreding van multi-instrumentalist en katalysator Jay Bennett.
Wilco gaat in retraite en bezoekt verschillende studio’s in het land – Chicago, Atlanta, Los Angeles – om de wilde ideeën die Jeff Tweedy heeft te materialiseren; om te zetten in muziek. Vanuit verschillende gemoedstoestanden en gerelateerd aan klassieke rockbronnen brengt Wilco onder regie van Tweedy en met behulp van studio-wizzard Bennett – een even fantasierijke toetsenist als getalenteerde gitarist – een gevariëerde verzameling rocksongs tot stand. De band neemt gedurende de opnamesessies verspreid door het land maar liefst 29 nummers op. Wilco heeft zich laten meevoeren op een stroom, op een vibe, en heeft zich helemaal laten sturen door de verschillende sferen die Tweedy’s composities bij de band opriepen. Incidenteel – als het nummer er als het ware om vroeg – zijn er naast het Wilco-instrumentarium strijkers en de pedal steel van Greg Leisz ingezet. Het geeft het kaleidoscopische karakter weer van het album dat de titel Being There – een mogelijke verwijzing naar de roman van Jerzy Kosinski – zal krijgen.
Bij verschijning in 1996 is al snel duidelijk dat Being There Wilco’s grote sprong voorwaarts is. De plaat – met daarop 19 songs – slaat in als een bom, verrast vriend en vijand. De Rolling Stone is lyrisch en verklaart het album tot meesterwerk. Op Being There vermengt Wilco inderdaad invloeden uit de gehele muziekgeschiedenis tot een dynamisch en coherent geheel. Verrassend is bovendien het feit dat Being There een dubbel-cd is, in de beste traditie van Exile On Main Street, White Album, Layla en London Calling. Jeff Tweedy doorleeft het ware rock-‘n-rollgevoel, en verwoordt dat in het magnifieke ‘Sunken Treasure’ aldus: Music is my savior/ I was named by rock & roll/ I was maimed by rock & roll/ I was tamed by rock & roll/ I got my name from rock & roll. Bijna alle nummers hebben een eigen sfeer en gevoel. Dat begint al bij de opener ‘Misunderstood’, die overeenkomsten vertoont met Big Stars ‘Holocaust’ en loopt via The Beach Boys en de Spector-sound op ‘Outta Mind (Outtasite)’ naar de op Rod Stewart And The Faces geënte afsluiter Dreamer In My Dreams. Ondertussen is een wereld aan invloeden langsgekomen, variërend van de desolaatheid van Alex Chilton, de kilheid van John Cale en de ontroering van Gram Parsons. Maar ook de gloedvolle rocksound van The Rolling Stones – ‘Monday’ heeft dezelfde rockfeel als ‘Happy” – en die van The Replacements zijn herkenbare bronnen waar Tweedy dankbaar uit put. Being There is dan ook zowel een actuele en moderne rockplaat als een waar eclectisch dubbelalbum dat niet zozeer als geheel een jaren zeventig-sfeer uitstraalt, maar dat per nummer, per onderdeel een bepaald aspect uit de rockgeschiedenis naar voren haalt. Daarmee valt Being There uiteen in negentien afzonderlijke hoofdstukken die tezamen een spannende roman maken die de moderne Amerikaanse popmuziekgeschiedenis tot onderwerp lijkt te hebben. Hoewel alle nummers geschreven en gecomponeerd zijn door Jeff Tweedy is het grote verschil met de voorganger de nagenoeg perfecte muzikale bezetting. Mede dankzij deze rijke instrumentatie – met een dominante rol voor de piano – en dito productie is het kleurrijk geschakeerde en tegelijk desolate Being There simpelweg een ultieme klassieker.
Jeff Tweedy’s Wilco zal in de daaropvolgende jaren definitief uitgroeien tot een vande belangrijkste alt.countrybands. En ondanks het feit dat de bezetting per plaat wijzigt, produceert Wilco een indrukwekkend oeuvre met fraaie cd’s als Summerteeth (1999), Yankee Hotel Foxtrot (2002), A Ghost Is Born (2004) en Sky Blue Sky (2007). Maar hoe meesterlijk deze serie ook is, welbeschouwd is Being There het waarlijke meesterwerk.
Misunderstood / Far, Far Away / Monday / Outtasite (Outta Mind) / Forget The Flowers / Red-eyed And Blue / I Got You (At The End Of The Century) / What’s The World Got In Store / Hotel Arizona / Say You Miss Me / Sunke Treasure / Someday Soon / Outta Mind (Outta Sight) / Someone’s Else’s Song / Kingpin / (Was I) In Your Dreams / Why Would You Wanna Live / The Lonely 1 / Dreamer In My Dreams
25/09/2010 Permalink
>Jeff Tweedy’s Wilco zal in de >daaropvolgende jaren definitief uitgroeien tot >een vande belangrijkste alt.countrybands.
Hoezo? Na Being There maakte Wilco toch helemaal geen alt.country meer, maar pop.
Goede pop weliswaar, maar geen alt.country / americana.
25/09/2010 Permalink
Zie hierboven.
Het citaat dat ik gaf word nu weer anders weergegeven.
Had beter dit kunnen zijn:
“Jeff Tweedy’s Wilco zal in de daaropvolgende jaren definitief uitgroeien tot een vande belangrijkste alt.countrybands.”
Jammer dat je je reacties niet kunt corrigeren als ze er eenmaal staan.
26/09/2010 Permalink
Met Bennett is het triest afgelopen:
http://leisureblogs.chicagotribune.com/turn_it_up/2010/09/remembering-jay-bennett-in-benefit-concert.html
27/09/2010 Permalink
Hallo Wiebren, wat een geweldig verhaal! Bedankt.
Maar hoe zit dat nou precies met Son Volt of hebben die er niets mee te maken?
27/09/2010 Permalink
Being There is nog niet echt een vergeten klassieker, getuige de discussie rondom TakeRoot: dit album ligt iedereen, terecht, nog steeds vers in het geheugen. Inderdaad (helaas) hun laatst echte altcountry (whatever that is) plaats. Son Volt hield de vlam van de americana meer levend.
27/09/2010 Permalink
Being There is inderdaad hun Exile On Mainst! En wat waren ze live toen ook goed zeg!
27/09/2010 Permalink
Ik heb ze live gezien in Rotown ten tijde van Being There. Dat was een kuconcert van de eerste orde. Ze waren allemaal dronken of stoned en na een aardig begin was het een zooitje van jewelste. Jammer, want Being There is van hoge kwaliteit
27/09/2010 Permalink
Inderdaad David, dat concert in Rotown was indertijd werkelijk beneden alle peil met een Tweedy die de weg redelijk kwijt was 🙂
Gelukkig hebben de heren zich wat concerten betreft gebeterd en hun cd’s zijn nog immer het beluisteren meer dan waard…!
27/09/2010 Permalink
Klopt, en nog veel erger was dat het voorprogramma You Am I (het best bewaarde geheim van down under) niet doorging omdat hun spullen gestolen waren.