Op de dag dat hoofdstedelijke voetbalfanaten in rouw werden gedompeld (waar in de stad overigens niets van te bespeuren viel), was er in de avondlijke uren in ieder geval een gelegenheid om de donkerte & somberte die normaliter bij verlies hoort een plaatsje te geven. In de Tuinzaal van de Tolhuistuin stond immers een optreden van een ‘vrolijke Frans’ uit Zweden geprogrammeerd: Christian Kjellvander. Blijkens zijn soloplaatwerk na Loosegoats -de altcountryformatie waar Kjellvander ooit deel van uitmaakte- mochten de aanwezige toehoorders immers sowieso geen feestgedruis verwachten. De albums van de in Amerika opgegroeide en inmiddels weer in Zweden woonachtige somberman laten vrijwel onverminderd de zwarte kant van het bestaan horen. Met het vrij consistente en ook hier te lande (terecht!) bejubelde laatste album ‘A Village: Natural Light’ (2016) als beste bewijs tot nu toe.
Het was dan ook geen verrassing, dat de opbouw van Kjellvander’s set veel songs van dit fraaie album (zie recensie) bevatte, zo ook van voorganger The Pitcher (2013). Met kompaan Pelle Anderson op toetsen wist Kjellvander het klankbeeld van z’n albums prima weer te geven, hoewel het allemaal soms ietwat kabbelend overkwam. Dit bleek echter zo’n tachtig minuten later uiteindelijk niet echt een bezwaar. Ook ’s mans presentatie niet, want iemand die geen vrolijke -een aantal lichte opflakkeringen, daargelaten- songs schrijft kan in z’n verbindende praatjes natuurlijk niet ‘spetteren’. Een ‘thank you very much, thank you’ was dan ook steevast, dit dan wel vergezelt van een glimlachje, het tussenstation richting een volgend deprimerend ‘epistel’. En hoe vreemd dan wellicht ook: ‘het was meestentijds gewoon erg goed & mooi; bijzonder én troost biedend’. Op het door Anderson, die ook enige spaarzame backing vocals verzorgde, neergelegde klankentapijt wist Kjellvander met zijn Fender Jazzmaster de akkoorden te laten spreken. Zijn stem deed de rest. Dat er slechts zo’n 45 ‘man’ de moeite hadden genomen om in Noord het 1e optreden van Kjellvander in Nederland bij te wonen was op zich jammer, maar ook dat bleek geen bezwaar. Er werd immers aandachtig geluisterd. Naar prima vertolkingen van Staghorn Sumac en Misanthrope River, bijvoorbeeld. Poppies And Peonies (van I Saw Her From Here/I Saw Here From Her; 2007) vertegenwoordigde het oudere werk van Kjellvander. Met The Trip van The Pitcher en van z’n laatste schijf o.a. ook nog ‘beauty’s’ als Shallow Sea; Midsummer (Red Dance) en Riders In The Rain; het was donker, maar fraai. En met een spoortje van hoop en licht dan ook nog het intrigerende Dark Ain’t That Dark.
Indien men in Mokum al in mineur was vanwege het echec van ‘hun’ club, er zijn toch echt nog altijd ergere kwesties om je druk om te maken. Kjellvander wist dat met zijn indringende songs en bijtijds onheilspellende muziek eigenlijk mooi aan te tonen. En hoe donker de muziek van deze in het dagelijks leven als doodgraver werkzame Zweed ook is, het was wel gewoon een fijn optreden.
Waar : Tolhuistuin, Amsterdam
Wanneer : zondag 23 april 2017
Tekst : Leo Kattestaart
Foto’s : Peter Hageman
26/04/2017 Permalink
Ik was graag van de partij geweest, maar het aantal interessante concerten viert momenteel hoogtij, en deze kon ik tot mijn spijt niet tussen proppen. Had hem graag gezien en gehoord. Tolhuistuin is bovendien een geweldige locatie!