Het vierdaagse folkfestival in het Deense Tønder, een prachtig plaatsje net over de grens met Duitsland, wordt al sinds 1975 georganiseerd. Jarenlang heeft de nadruk gelegen op Keltische en Scandinavische folk, maar inmiddels is de focus steeds meer komen te liggen op americana en folk uit de VS. Dat maakt het, op slechts zesenhalf uur rijden vanaf Utrecht, ook voor Nederlandse lezers van deze website interessant. We gingen daarom poolshoogte nemen en, tjonge, we waren overdonderd!
Leyla McCalla is de eerste die op het grote openlucht podium op het fetivalterrein te zien is. De opkomst van het publiek laat nog wat te wensen over, maar het is ook pas kwart over twee. McCalla, voorheen lid van de Carolina Chocolate Drops, laat zich begeleiden door een gitarist en een violiste. Zelf speelt ze cello en banjo. Opmerkelijk is dat ze de cello soms ook “pluk”-instrument gebruikt. De Amerikaanse diept haar Haïtiaanse roots uit en zingt daarom ook een aantal creoolse liedjes. Ze geeft aan dat ze de taal nog niet tot in de puntjes beheerst, maar daar is voor het publiek natuurlijk vrij weinig van te merken.
In Tent 1 treedt daarna, acht man sterk, The Dustbowl Revival op. Acht man, maar de belangrijkste persoon is toch echt een vrouw, zangeres Liz Beebe. The Dustbowl Revival is echt een band die je live moet zien. Op het laatste album heeft de band de koers enigszins verlegd naar een kruisbestuiving van americana en soul en dat komt er op het podium goed uit. Die blazers!
De Small Glories treden op in het Visemøller, een net buiten het festivalterrein gelegen watermolen uit 1598. Het Canadese folkduo, bestaande uit Cara Luft en JD Edwards (beide hebben ook een solocarrière), kan rekenen op een trouwe aanhang, want het etablissement puilt werkelijk uit. Niet voor niks, want wat het tweetal laat zien is van grote klasse. Messcherpe samenzang, mooi gitaar- en banjospel en werkelijk boeiende en humoristische verhalen tussendoor. Mike Scott’s (die van de Waterboys) Bring ‘m All In is een prachtig nummer, en de cover die The Small Glories hier brengen doet er recht aan. Schitterend!
In dezelfde gelegenheid treedt hierna Homesick Hank op. Het zestal uit Kopenhagen bestaat al 15 jaar en bracht in 2015 hun derde plaat uit: het prachtige Leave Them Behind. De nummers van die plaat komen ook in een livesetting goed uit de verf. De andere, oudere, nummers kunnen minder bekoren. Misschien komt dat omdat het nieuwe werk me wel bekend is en het oudere niet, maar toch lijken die oudere nummers wat meer “colour by numbers” te zijn.
Pikken daarna nog een restje mee van het optreden van Parker Millsap, een van de grote beloftes van de americana. Rauw en stevig.
Daarna is het de beurt aan Lucinda Williams. Stipt om kwart voor negen betreedt de inmiddels 64-jarige grand old lady van de americana het podium voor wat een grootse show zal blijken te zijn. Ze is geconcentreerd, goed bij stem en heeft een fantastische band met een excellerende Butch Norton (drums) en Stuart Mathis (gitaar). Pineola, Drunken Angel, Lake Charles, Changed The Locks, Joy, allemaal “hits”. Prachtig ook Copenhagen, dat hier natuurlijk goed onthaald wordt. In Foolishness past ze de tekst en beetje aan en haalt ze uit naar Trump’s Amerika: “I don’t need racism, I don’t need sexism, I don’t need walls”. Hoppakee. Als toegift volgt en dampende versie van Get Right With God.
Op vrijdag opent Tami Neilson het bal op het grote veld. De in Nieuw Zeeland wonende Canadese komt, ziet en overwint. Een stem als een klok waarmee ze fantastisch uithaalt, een aansprekende en charmante presentie en een prima band. Ze pakt het publiek met boter en suiker in en is duidelijk verrast door het enthousiaste onthaal. “I might move to Denmark. I got the right name already, Neilson.” Als ze vraagt wie er ook zo heet, steekt zo ongeveer een kwart van het publiek de hand op. “One big family.” Soul, gospel, country en rock ‘n’ roll. Neilson, doet het, gesteund door een prima band, allemaal. Ook de volgende dag, als ze solo optreedt bij de zogenaamde Women’s Circle, is het gewoon raak. Gevat maar bovenal imponerend met die stem en de liedjes.
Colter Wall, de pas 21-jarige Canadese outlaw, treedt, met band, op in de Bolero, een prachtige Belgische spiegelzaal. Zijn eerste twee liedjes speelt hij echter solo en dan kun je al zien dat hij een grote in wording is. Muisstil is het in de zaal bij zijn vertolking van Muleskinner Blues en The Devil Wears A Suit And Tie. Met band (o.a. fijne invulling op fiddle en mandoline van Anne Blanton) speelt hij zich daarna keurig door zijn set heen.
Cary Ann Hearst en Michael Trent vormen tezamen Shovels & Rope. Rauwe countryrock en rock ‘n’ roll is hun ding en daar lust het publiek voor het openluchtpodium wel pap van. In wisselende samenstelling gebruikt het duo drums, gitaar, harmonica en toetsen en het maakt daarbij niet uit wie wat speelt. De “hit” Birmingham kwam natuurlijk voorbij en Gasoline en Tickin’ Bomb. Knap optreden, hun eerste in Denemarken.
Sam Outlaw heeft een zeskoppige band om zich heen staan. Dat maakt zijn show heel anders dan toen we hem vorig jaar in Nederland zagen optreden waar hij slechts door twee gitaristen begeleid werd. De fijne countrynummers van Angeleno en de titelloze opvolger worden hier allemaal prima vertolkt, maar toch verdwijnt er iets van de magie. De vonk in het optreden van Outlaw ontbreekt namelijk en misschien komt dat juist wel door de druk van die grote band.
De uit Oklahoma afkomstige John Moreland heeft geen band nodig. Hij vult het grote podium in Tent 1 in zijn eentje. Wat heeft de man toch een stem! Vijf kwartier lang houdt hij het publiek in zijn greep met 18 liedjes van Big Bad Luv, High On Tulsa Heat en In The Throes. En dat, continu gezeten op een krukje, zonder boeiende verbindingsteksten of wezenlijk interactie met het publiek, alleen met zijn akoestische gitaar. Fascinerend.
En het mooie van het Tonder Festival is: als John Moreland niet je ding is ga je toch gewoon dansen op de klanken van de Schotse gelegenheidsformatie Imar, of naar Dallahan (ook uit Schotland) of naar de Amerikaanse bluegrassformatie Spirit Family Reunion. Of naar The Dustbowl Revival. Er gebeurt zoveel tegelijkertijd. Daarom is het zo fijn dat veel artiesten op dit festival twee, drie of zelfs vier keer optreden. Zo hoef je van het brede palet echt niks te missen.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie