Brant Slay en Ben Reynolds van Chickasaw Mudd Puppies zijn terug na ruim dertig jaar, deze keer als trio met Alan ‘Lumpy Weed’ Cowart. En nog altijd draait het om het uitvergroten van de eigenaardigheden van het Amerikaanse Zuiden. Fall Line (Strolling Bones Records/V2 Benelux) is een en al lompe boersheid. Op opener 9 Volts ligt een man in de hoek slangen te kussen en ook op Scale gaat het over ‘reptile brain appeal’. Als er ergens een dode boom staat te rotten in een achtertuin, dan heeft satan daar iets mee te maken. Roadkill heet dat nummer en het klinkt als funk van het platteland. De gitaar op Preacher zou van een plaat van Creedence Clearwater Revival getrokken kunnen zijn. Er komt ook een banjo aan te pas. Hands begint als hardrock of punk met een gitaar als gekletter van botten. Het gaat over ‘living in a greenhouse, where Burger King is king now’. Waarna een mondharmonica alle problemen wegblaast. ‘The day Ma Rainey stepped into her shoes, sparks started flying assasinator blues’, klinkt het op Navigate. Een primitieve beat, bijna wat rap of hiphop, maar dan gebracht als gospel. Flatcar heeft vervolgens veel van Green On Red en ook wel wat van de Stones trouwens. Op Birdsville worden handeltjes gedreven die verborgen moeten worden gehouden. Als dat niet lukt, dan ben je als getuige niet zeker van je leven. Florida brengt een scheurende mondharmonica en punkblues. De hakkende gitaar van Smokestack Monkey zorgt voor goede herinneringen aan Buffalo Tom. Chickasaw Mudd Puppies zijn nog beter dan destijds op White Dirt uit 1990, net als 8 Track Stomp van een jaar later geproduceerd door Michael Stipe van R.E.M. Blueslegende Willie Dixon hielp trouwens Stipe mee op die laatste. Op Fall Line werd de productie in eigen handen gehouden. Lekker rauw. Muziek voor een barbecue zonder buren.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie