Americana komt overal vandaan. Wat te denken van Tess Liautaud? Ze groeide op in Parijs, heeft naast haar Franse afkomst ook Amerikaanse roots, maar emigreerde naar Nieuw-Zeeland. Daar nam ze het prachtige Blue Mind (eigen beheer) op. De hoesfoto brengt de sfeer van singer-songwriters uit de jaren 70 en dat is precies waar ze haar inspiratie haalt. Het mooie is dat ze daar voldoende van haarzelf aan toevoegt. Dit is dus geen trip down memory lane, maar gewoon een eigentijds album. Muziek van de jaren 70 is immers nog altijd actueel. Door haar stem valt soms te denken aan Fleetwood Mac (Stevie Nicks), maar de hoesfoto liegt niet; het rootsgehalte ligt hier veel hoger. Het album kwam al in oktober vorig jaar uit, maar verdient het om alsnog te worden uitgelicht. Goede muziek is immers tijdloos. Het titelnummer brengt de luisteraar onmiddellijk in Laurel Canyon en wie wil daar niet nog eens rondstruinen? Na negen nummers met haar begeleidingsband sluit ze af met het solo gebrachte eerbetoon John Prine. Slidegitaar en banjo brengen melancholie op Black Machine. Toetsen en slaggitaar verkennen op I Wanna Know het terrein van soul, daartoe uitgenodigd door de zang van Liautaud. De gitaarsolo op Gold Digger brengt The Band in herinnering. Op Sleepless In Christchurch pakt de overtuigende singer-songwriter er als extraatje een mondharmonica bij.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie