In de veertien jaar die liggen tussen 1973 en 1987 brengt Townes Van Zandt maar een plaat uit: Flyin’ Shoes. En dat terwijl de singer-songwriter uit Fort Worth, Texas aanvankelijk een zeer productieve periode kent: vanaf zijn debuut in 1968 levert Van Zandt jaarlijks een album af, maar na The Late Great Townes Van Zandt in 1973 stokt diens productie en raakt Van Zandt meer aan lager wal dan ooit. Townes Van Zandt was altijd al een rusteloze zwerver. Afkomstig uit een rijke familie en met een vader die zijn kapitaal verdiende in de oliebusiness, worden grote dingen verwacht van Townes Van Zandt. Met zijn familie verhuist de jonge Townes van Texas naar Montana, van Montana naar Colorado, daarvandaan naar Illinois, vervolgens naar Minnesota en dan weer terug naar Texas. Maar ook als Van Zandt breekt met zijn familie en op eigen benen staat blijft hij op drift. Naar het voorbeeld van country & western-ster Hank Williams en bluesgitarist Lightnin’ Hopkins ontwikkelt Townes Van Zandt zijn eigen stijl, die hem het predicaat ‘world’s greatest songwriter’ oplevert. Maar Townes Van Zandt is niet alleen dat; hij is ook gediagnosticeerd als manisch-depressief en verslaafd aan gokken en sterke drank. Hij zwerft met zijn gitaarkoffer op zijn rug rond door het land, houdt zichzelf in leven met optredens en beleeft zijn ups and downs: zijn platenlabel gaat failliet, maar Emmylou Harris neemt zijn ‘Pancho And Lefty’ op op haar Luxury Liner (1977). Zijn bevriende manager laat Van Zandt zich vestigen in een verwaarloosde en verveloze hut met vriendin en hond in de bossen ten zuiden van Nashville. Maar aan Music Row komt de meestal straalbezopen Townes nauwelijks aan de bak. Toch weet Tomato, de opvolger van zijn oude platenlabel, Van Zandt de American Studios van Chips Moman in te krijgen, met als gevolg dat Van Zandts zevende studioplaat het volste geluid en de grootste bezetting kent van zijn gehele oeuvre; met onder andere Spooner Oldham op piano, Bobby Emmons als toetsenist, de fameuze Phillip Donnelly op elektrische gitaar en de zoons van Earl Scruggs: Randy en Gary. Maar de elektrische piano en Phillip Donnelly’s vlijmscherpe gitaarspel in opener ‘Dollar Bill Blues’ ten spijt, Van Zandts voordracht is nog steeds kukdroog en deadpan; diens teksten nog even wrang en hopeloos. Vol van smart zingt Van Zandt over de glorie van vrouwen en verloren liefdes in ongehoord prachtige liedjes als ‘When She Don’t Need Me’, ‘Loretta’ en ‘Brother Flower’, over de schuwe, ongrijpbare persoon die hij zelf is in het duistere ‘Snake Song’ en vanzelfsprekend over de zinloosheid van het aardse bestaan, zoals in ‘Rex’s Blues’: All born to grow and grown to die. Het zijn de centrale thema’s in zijn werk – wanhoop, eenzaamheid en de dood – die telkens weer magistrale en tijdloze liedjes opleveren, zoals de met pedal steel, piano en mandoline verwarmde onbetwiste hoogtepunten van Flyin’ Shoes: ‘No Place To Fall’ en het trieste en escapistische titelnummer ‘Flyin’ Shoes’. De rusteloosheid van die vliegende schoenen, zijn ongebreidelde drankzucht en zijn wankele mentale gezondheid jagen Townes voort door het leven – tot het stopt. In 1987 en 1994 verschijnen er nog twee albums, maar lichaam en geest van de grootste songwriter van Texas en een van best bewaarde geheimen van de popmuziek zijn letterlijk opgebrand door de alcohol; Townes Van Zandt is een levende legende – tot aan zijn dood. Op nieuwjaarsdag van 1997 bezwijkt hij op 52-jarige leeftijd. It won’t be long ’till I’m tyin’ on these flyin’ shoes – voor altijd op drift tot hij zijn laatste rustplaats vindt in het familiegraf, in Fort Worth, Texas.
Dollar Bill Blues / Rex’s Blues / Pueblo Waltz / Brother Flower / Snake Song / Loretta / No Place To Fall / Flyin’ Shoes / Who Do You Love / When She Don’t Need Me
25/08/2009 Permalink
Goede dag,ik ben blij dat ik hem ooit heb zien optreden,het was wel bar slecht verstaanbaar,want hij was zo kachel als je maar zijn kunt.
Het vondt jaren geleden plaats in de “melkweg “amsterdam.
25/08/2009 Permalink
Er bestaat een prachtige biografie van Townes, geschreven door John Kruth: “To live is to fly”. Erg gedetaillerd (misschien iets té), maar het geeft een geweldig beeld van de hope- en hulpeloosheid van één van de beste songwriters ooit met mooie verhalen en anekdotes. Ook de DVD:”Be here to love me” is een prachtige autobiografische DVD.