Als er een album is dat de afgelopen jaren tot discussie heeft geleid, dan is het wel The Graceless Age van John Murry. Let wel, het is zeker niet de bedoeling om de indertijd (zie: recensie) gevoerde polemiek weer op te rakelen of aan te slingeren, maar ik moest er toch even aan denken toen Murry om even na half tien aanstalten maakte om zijn optreden te beginnen. Gedurende de eerste drie nummers, met o.a. een cover –Shade and Honey- van Sparklehorse’s Mark Linkous- leek het inderdaad even te gaan voortkabbelen. Niet zozeer door de uitvoeringen van zijn songs, maar veel meer door de manier waarop Murry zijn aankondigingen presenteerde: murmelend en mompelend.
Of de entree van tourmanager én manusje van alles Will Waghorn achter een ‘amechtig’ wachtende drumkit de juiste prikkel voor Murry was, wie zal het zeggen. Maar vanaf song vier, het fraaie Stars Are Gods Bullet Holes, ging het allengs beter. Het mompelen bleef dan wel, dit soms nog eens verstoord door het stemmen van z’n gitaar, maar er waren ook zeker verstaanbare erupties als inleiding tot alweer een prachtsong waar te nemen. Vermakelijke anekdotes (immer met een forse dosis zelfspot) over een verloren paspoort in Dublin en race-perikelen in Berlijn; steeds met regelaar Waghorn als de reddende engel. En zo ontspon zich meer en meer een opmerkelijk optreden, een optreden waar de kwaliteit uiteindelijk vanaf droop. Geen enkel zwak moment; mooie vertolkingen van vooral songs van The Graceless Age, zoals Photograph; Things We Lost In The Fire en California. Ook een Neil Young-cover, Natural Beauty van Harvest Moon, kwam er ‘soepeltjes’ uit.
Dat The Graceless Age vooral een weerslag is van Murry’s heroïnegebruik van weleer mag geen nieuws meer zijn. Dat het optreden af en toe de indruk wekte dat de beste man weer in z’n oude fout was vervallen moet dan maar als een pose omschreven worden. Hoewel: ik sluit ook niet uit dat zijn houding gewoon past bij de persoon die hij nu eenmaal is: een man met een gebutste ziel, die zijn ervaringen op een prachtige wijze weet te vertalen naar schitterende, indringende songs. Ook in z’n keuze van covers toonde hij zich een meester getuige Springsteen’s Devils And Dust. Het waren echter vooral ’s mans eigen songs die het predicaat uitschieter ruimschoots verdienden: Southern Sky en Little Colored Balloons, waarbij in laatstgenoemdnummer Will Waghorn naast zijn brushes ook nog eens met een horn de song van een extra dimensie voorzag. Bloedmooi. Trouwens, die meneer Waghorn kweet zich, net als bij Birds Of Chicago vorige maand, zeer bekwaam van zijn taak; een drummer die weet wat weglaten is.
Ook Murry’s nieuwe songs, zoals Glass Slipper en Stars Are Gods Bullet Holes, wisten direct te beklijven. Het is dus uitkijken naar een in mei te verschijnen EP, een EP waarvoor Murry een samenwerking met Chuck Prophet is aangegaan. The Graceless Age was mijn album van 2012, en het optreden in Rotown zal dan wellicht niet het concert van het jaar 2014 worden, erg goed was het daarentegen wel. John Murry bewees in Rotown dan ook dat het etiket voortkabbelen soms bedrieglijk kan zijn….heel bedrieglijk.
Gezien op 11 maart 2014 in Rotown, Rotterdam
Tekst en foto’s: Leo Kattestaart
15/03/2014 Permalink
Murry heeft de nodige set-backs gehad waardoor zijn a.s. cd project enigszins op losse schroeven kwam te staan, ondanks dat deze voorheen succesvol voorgefinancierd werd. Goed om hier te lezen dat e.e.a. wellicht toch binnenkort een afronding gaat krijgen. Ben benieuwd hoe de muziek op die nieuwe release zich laat aanhoren.