Ryley Walker werd ooit ontslagen bij een broodjeshuis, omdat hij in de koelruimte stiekem gitaar stond te spelen. Dat de 25-jarige Amerikaan vergroeid is met zijn instrument wordt meer dan duidelijk op zijn fenomenale tweede cd Primrose Green (Dead Oceans/Konkurrent). Zijn techniek is geweldig en hij verstaat de kunst van het songschrijven. Met zijn instrumentbeheersing volgt hij grootmeesters als John Fahey, John Renbourn en John Martyn. Als zanger en songschrijver geeft hij blijk van zijn bewondering voor Nick Drake, Tim Buckley en Van Morrison. Primrose Green is meeslepend en hypnotiserend. ‘I’d rather be dead than to see you cry’, verkondigt hij op Sweet Satisfaction. De freakout aan het einde van het nummer, een samenspel van gitaar en stuwende drums, brengt het besef dat hij het meent. De jazzfolk van Walker is pastoraal, maar tegelijkertijd zwaar hallucinerend. De inbreng van musici uit jazz en postrock uit zijn woonplaats Chicago valt niet te onderschatten. De nummers kwamen deels improviserend tot stand en Walker geeft ze alle ruimte om een plaat te maken die bijna te mooi is om waar te zijn. Dit is groene energie met de turbulentie van de jaren zestig.
04/04/2015 Permalink
Wat blijft het toch bijzonder, die verschillen in muzieksmaak. Ik vind deze plaat eigenlijk nog niet één ster waard ….. Het irriteert me mateloos, dat gepriegel (in mijn oren dan). Maar fijn dat jij het zo mooi vind, John. Geniet ervan. Ik luister liever naar Dayna Kurtz.
04/04/2015 Permalink
Ik denk dat Ryley Walker even iets te snel met de opvolger is gekomen. Het album van vorig jaar maakte een overweldigende indruk tot hij de laatste paar nummers nauwelijks nog een woord zong. Een enkel instrumentaaltje vind ik nooit een probleem, maar overdrijf het niet, zou ik zeggen. Op dit album zingt hij wel veel meer, maar blijven de nummers op zich mij veel minder bij. Beetje ene oor in andere oor uit. En dan wordt dat wat Henk gepriegel noemt inderdaad een beetje vervelend. Ik had hier veel meer van verwacht eigenlijk. Ik ga er ook van uit dat hij zich in de toekomst nog wel laat gelden. Een talent is het zeker.
05/04/2015 Permalink
Wat jullie gepriegel noemen, noem ik jazz. Meer dan zijn debuut maakt hij gebruik van vrije structuren, zoals Van Morrison en Tim Buckley dat begin jaren zeventig ook deden. Ik vind het een super vervolg op een beloftevol debuut. Eén van de mooiere releases van dit jaar.
14/04/2015 Permalink
5 sterren WTF!!!! er staat helemaal niks op niet eens een redelijk nummer bagger is dit is!!!!
14/04/2015 Permalink
Leuk al die uiteenlopende reacties. Muziek die iets doet met je. Geen hapklare brokken dus.
16/04/2015 Permalink
Mooi album van deze jonge (26, geloof ik) artiest vind ik en een prima opvolger van zijn meer folky debuut. Doet me qua losheid wel wat denken aan John Martyn’s Inside Out, qua zang en de scheut jazz. Kan me de verschillende reacties op Alt.country wel voorstellen, want dit is nou niet echt rootsrock of Amerikaanse singersong-writer met snik.
20/04/2015 Permalink
Niet mijn muziek dit; ik begrijp niet goed waar die 5 sterren vandaan komen. Vergelijkingen met Van Morrison of Tim Buckley zie ik ook niet zo, zeker niet qua stem; deze man kan echt niet zingen. De aanduiding “mateloos irritant gepriegel” vind ik eigenlijk wel passend.
05/05/2015 Permalink
ik heb hem zondag live gezien. fantastische gitarist, goede zanger, aardige kerel ook
twee mooi cd ’s al op zijn naam… blijkbaar te moeilijk voor de grijze americanamuizen hier. meestal vallen vijf sterren platen hier in het rijtje boring… maar deze keer niet
Deze week heb ik ca 35 americana cd’s verkocht die ik ooit kocht vanwege de sterren hier….
:))
30/05/2015 Permalink
Ik sluit me volledig aan bij Henk, dit is de eerste 5 sterrenplaat die niet blarentrekkend saai is. Deze freejazzfolk is absoluut geniaal en gaat hoge ogen gooien. Voor de makkelijke americana liefhebber is dit toch echt een brug te ver.
31/05/2015 Permalink
Iemand die dit niet kan waarderen is dan wel een grijze muis, dan wel een simpele ziel? Heb ik weer. Walker komt er echt wel, maar heeft nog een behoorlijke weg te gaan. Hij leunt mij nu nog te veel op Tim Buckley. Dan zeg ik: geef mij Tim Buckley maar. Blijkbaar is Tim Buckley dan perfecte simpele grijze muizenmuziek. Maar wel met een diepgang waarvan Walker nu alleen nog maar dromen kan.
07/06/2015 Permalink
Afgelopen week heb ik het album gekocht op basis van het titelnummer en het nummer dat via de website van Take Root te beluisteren is. Ik kan de tegengestelde meningen goed begrijpen. Zelf waardeer ik het album goed, maar ik herken ook zeker dat het album bij sommigen het gevoel van ‘gepriegel’ oplevert. Het is dat Ryley een soort jazz-achtige invloeden verwerkt in de singer-songwriter stijl, zonder dat het een jazz-achtige album wordt. Ik vind de term van Wessel ‘freejazzfolk’ daarmee ook goed gevonden. Persoonlijk mag ik dat wel wanneer artiest de grenzen van een genre opzoekt. Dat houdt de muziek spannend. Voor de een is dat een brug te ver, voor de ander is het weer de juiste connectie.