Razend enthousiast waren we over Can I Come By, het debuut van Lea Kliphuis (toen nog door het leven gaand als alleen ‘Lea’). Licht euforisch waren we zelfs. Maar dat was alweer meer dan vijf jaar geleden. Het werd stil rondom Lea. Doodstil. Naar nu blijkt had ze last van een flink writer’s block. Er kwam weinig meer uit haar pen. Maar met hulp van JP Hoekstra worstelde ze zich door die blokkade heen. Er kwamen weer liedjes. Goede en slechte. Bij beluistering van The World Owes Me Nothing (Excelsior) blijkt dat die eerste categorie op plaat gezet is. In een groepsaccomodatie in het Groningse dorp Wehe den Hoorn werden met hulp van Hoekstra, Marien Dorleijn (Moss) en de ritmesectie van De Staat 13 nummers opgenomen. De nieuwe plaat is wat rustiger, wat afgewogener dan het debuut. Alsof het kale Groningse land zijn weerslag op het opnameproces heeft gehad. Hierdoor komt nog wat duidelijker naar voren dat het wel snor zit met de composities van Kliphuis. En er lijkt ook nog meer zelfvertrouwen uit de songs te klinken. Uitgaan van eigen kracht, the world owes me nothing. Noemden we bij de eerste plaat o.a. Marianne Faithfull als referentie, nu moet ook Lucinda Williams genoemd worden. Het is dat rafelige randje aan de stem die het hem doet. Het album wordt afgesloten door het bonusnummer Oh Boy (niet op Spotify) met een prachtig koortje waarin o.m. Ricky Koole en Stevie Ann deelnemen. Mooi gedaan. Welkom terug, Lea!
15/01/2016 Permalink
Hier nog een paar dagen te beluisteren:
http://3voor12.vpro.nl/luisterpaal/albums/Lea-Kliphuis.html