In oktober bracht de Texaanse country-artiest Cody Jinks twee albums uit. Eerst After The Fire en een week later The Wanting, beide op zijn eigen label. Dat is voor degenen die net als wij enthousiast waren over het vorig jaar uitgekomen Lifers goed nieuws natuurlijk. Wel blijft onduidelijk waarom Jinks de in totaal 22 nummers van deze platen niet als dubbelalbum heeft uitgebracht. Artistiek of qua sfeer zit er namelijk weinig verschil tussen beide albums. En voor alletwee gebruikte Jinks dezelfde band, The Tonedeaf Hippies. Het gevaar van deze werkwijze is dat Jinks verweten kan worden dat hij zijn publiek overvoert, dat hij beter de beste songs van de twee platen had kunnen bundelen, zodat er 1 fantastisch album uitgerold zou zijn. Die neiging hadden wij in het begin ook. Zeker de helft van de nummers is uitstekend. De andere kant van het verhaal is dat er op beide albums geen enkele song is aan te wijzen waarvan je kunt stellen dat het troep is. Enfin, het is Jinks eigen beslissing en wie zijn wij dat we dat in twijfel moeten trekken?
Van de twee spreekt The Wanting (4 sterren) het meest aan. Jinks maakt muziek zoals Chris Stapleton, echte countrysongs die in het verlengde liggen van de country zoals die in de jaren 80/90 werd gemaakt. Het ligt makkelijk in het oor, maar is niet echt gladgestreken. Op zijn tijd een vette twangende gitaar, of een verlangende fiddle of pedalsteel. Deze nieuwste schijf staat er vol mee. De als vanouds lelijke hoes is gebaseerd op het nummer Which One I Feed waarin Jinks zingt over hoe je altijd moet kiezen hoe je reageert op de omstandigheden van het leven: There’s a black and a white wolf in me / And I live and I die by which one I feed / It’s a war old as time, this fighting inside / And I live and I die, by which one I feed. Het nummer Ramble doet erg denken aan onze eigen Danny Vera.
After The Fire (3 sterren) kent daarentegen in Ain’t It A Train door een furieuze fiddlesolo muzikaal het beste nummer van de twee albums. Jinks zingt in een aantal nummers op deze twee platen over het bestaan als immer rondtoerende artiest. Tell ‘Em What’s It Like is daarvan het meest aangrijpende. Zo zingt hij tot zijn vrouw: Tell’m what’s it like, Bec, to live with a man who’s never there / To wonder if he even cares when he’s gone. En daarbij wat voor uitwerking het ook op hem zelf heeft: Tell ‘m what’s it like, Bec, when I’m curled up on the floor and can’t take it anymore and I’m a mess. Je vraagt je bijna af waarom Jinks in hemelsnaam voor dit leven heeft gekozen. Jinks heeft overigens een uitstekende website waarop je alle teksten kunt lezen. Ook wordt wat achtergrondinformatie gegeven bij de songs. En je kunt er natuurlijk de albums bestellen.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie