Het tweede album You Know Who (Normaltown Records/V2) van The Pink Stones had wat meer tijd nodig dan het debuut Introducing… The Pink Stones. De eerste gedachte was: meer van hetzelfde, maar net iets minder. Toch slaagt Howard Pinkston er weer in om de luisteraar voor zich te winnen. Niet door heel erg zijn best te doen, maar juist door de boel wat los te laten. Pinkston is naamgever en baas van The Pink Stones. De voormalige punker uit Athens, Georgia, laat tijdens zijn avontuur in alternatieve country als bandleider zijn eigen ideeën aanvullen door zijn kompanen van het losse collectief dat The Pink Stones is. En dan is er ook nog inbreng van bevriende artiesten als Teddy And The Rough Riders en Nikki Lane. Het is een organische werkwijze die te vergelijken valt met die van Garrett T. Capps. Eigenlijk is Pinkston (zang, gitaren, bas, toetsen, Mellotron, geluidseffecten) net als Capps een anti-held met humor en daarmee cooler dan cool. Ga maar na door te volgen wat het album zoal te bieden heeft. Roses & Poppies klinkt als novelty en een wals ineen. Baby I’m Still Right Here begint als een nummer van Waylon Jennings, maar de hoge tenor van Pinkston is totaal niet te vergelijken met de bariton van Jennings. En dan is er nog de toevoeging van zang van Nikki Lane. Plus de steelgitaar van John Neff. Where We Have To Stay begint met een snelle beat en eindigt dromerig. Teddy And The Rough Riders maken een feest van Who’s Laughing Now, dat begint met bluesy gitaarwerk en dan overgaat in een snelle boogie, maar dat is dan nog maar het begin. Terwijl het een nummer is over het einde van een relatie. Pinkston heeft het in zijn teksten over verantwoordelijkheden en teleurstellingen. Hij wil Rich Rudy de ogen openen. Niet altijd iemand anders de schuld geven van alles wat anders loopt. Maak wat van het leven en heb plezier. Dat is misschien wel de basis van rock-’n-roll.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie