Al jaren bij ons actief, dit na eerdere Europese én dus ook Nederlandse omzwervingen als straatmuzikant in de jaren negentig: Tim Easton. Begin deze eeuw had hij wellicht zijn beste periode, qua plaatwerk. Break Your Mother’s Heart en Ammunition, albums die lovende kritieken verkregen. In die periode was Easton dan ook al een graag geziene gast op de vaderlandse podia, zo ook bij festivals (Take Root; Roots from Heaven). Live was én is Easton sowieso nog immer een aanrader, en indien je z’n laatste album Not Cool uit 2013 wat langer op je in laat werken, dan moet je concluderen dat hij nog niets aan zeggingskracht & kwaliteit heeft ingeboet. Dat bewees Easton tijdens zijn huidig toertje door ons land dan nog maar eens in Leiden, in het door sluiting bedreigde Qbus.
Zo’n twee uur lang toonde Easton zich -gewapend met gitaar, mondharmonica, wat footstomping én hese stem- zeer op z’n gemak. En van het nadeel, het vrij vaak in tune moeten zetten van de snaren, maakte hij gepast gebruik door op vermakelijke wijze te verhalen over onder meer zijn 4-jarige dochter (een drumtalent!) en het schone water van de Cumberland River nabij zijn huis in Nashville, Tennessee. Zuiver water, goed om in te vissen als ook voor het verkrijgen van een goede whiskey (een ‘Belle Meade Bourbon’ van Nelson’s Green Brier Distillery, in dit geval…). Het was niet echt storend, die verhaaltjes, want Easton is naast een uitstekend muzikant en songschrijver ook een minzaam, sympathiek mens. Toch waren het vooral de songs die het optreden naar een hoger niveau tilden. En, daar gaat het natuurlijk uiteindelijk om. Songs van zijn laatste album Not Cool, met o.a. vertolkingen van Gallatin Pike Blues (met een ode aan the Late John Cowan Hartford) en Little Doggie (1962); deze laatste song ingeleid met een anekdote over ene Keith Richards. Van zijn oudere werk sprong Just Like Home van Special 20 (1998), als ook de titeltrack van dat album, er uit. Van begin deze eeuw dan nog mooie uitvoeringen van Lexington Jail en Next To You. Prijsnummer was het aanstekelijke Dear ‘Ol Song And Dance van Ammunition (een van zijn Amsterdam songs), met Burgundy Red (Porcupine; 2009) als goede tweede.
Mooi optreden van een man die er nog immer toe doet. Iets minder woorden tussen de nummers door, zou je bijna kunnen zeggen, want Easton heeft inmiddels een wel heel erg sterk oeuvre opgebouwd dat het verdient gehoord te worden. Maar ja, met wat minder woorden had hij wellicht dan weer geen aandacht kunnen besteden aan de problemen waar Qbus (al sinds jaren een begrip in Leiden) zich momenteel in bevindt. Sluiting! De strekking van Easton’s woorden richting Qbus even simpel samengevat: “Deze zaal verdient het om open te blijven!”. Alle aanwezigen onderschreven dit statement klaarblijkelijk ten volle, getuige de met een 100%-score ingevulde petitie- lijst bij de garderobe. Zeer terecht!
Als je trouwens ook wilt dat Qbus open blijft, kun je hier de petitie tekenen: Steun Qbus Leiden.
Foto’s: Leo Kattestaart
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie