Als Torgeir Waldemar voor de eerste keer optreedt in Nederland is dat een bijzondere gelegenheid. Torgeir Waldemar is de Noorse singer-songwriter die vorig jaar debuteerde met een geweldige titelloze plaat (recensie). Ook al zou het optreden maar een ruim half uur duren tijdens een festivalavond in het kader van Nordic Delight (muziekavonden in Utrecht met uitsluitend Scandinavische muziek), daar zouden we hoe dan ook bij zijn. Gelukkig bleek hij ook ‘s middags nog een kort instore-optreden te doen in een koffiezaak in de Utrechtse binnenstad.
Waldemar begint dat optreden met de mededeling dat hij zulke onversterkte akoestische optredens graag doet. Hij heeft een hekel aan soundsystems. “Jullie zijn nu mijn soundsystem. Als je vindt dat ik te hard zing moet je iets verder weg gaan zitten.” Gewapend met slechts een akoestische gitaar en een mondharmonica (“dat maakt me een echte singer-songwiter!”) geeft hij een kort optreden. Geen gemakkelijk in het gehoor liggende nummers. Waldemar’s voordracht, met gesloten ogen en doordringende stem, is intens. Hij kiest voor nummers die ook de invloed van de blues op zijn muziek verraden. Take Me Home bij voorbeeld met z’n donkere tekst die uit vaak repeterende zinnen bestaat. Hij geeft tussen de nummers aan dat hij in een prachtig land woont dat vreemd genoeg toch een hoog percentage zelfmoorden kent. En de aanleiding tot een zelfmoord ligt vaak al lang daarvoor. “Het zou al een hoop schelen als mensen op de vraag hoe het met hen gaat een eerlijk antwoord zouden geven. Maar dat is vaak moeilijk. Een eerlijk antwoord zou evenwel mensen laten zien dat iedereen zijn eigen problemen heeft. Met mijn muziek probeert ik ook juist de aandacht te vragen voor diegenen die in dergelijke moeilijke omstandigheden zitten.” Met een prachtige versie van Streets sluit hij deze korte set af.
Na het optreden krijg ik de gelegenheid hem kort te spreken.
“Waarom duurde het tot je veertigste voordat je met een plaat debuteerde?” Waldemar grinnikt: “Dat is een vraag die me vaak gesteld wordt. Ik was er gewoon niet eerder klaar voor. Ik ben wel muzikaal opgevoed maar toen speelde ik viool. En dat dan vaak in de kerk. Ik ben opgegroeid in een vrij streng gelovige omgeving op het platteland. Pas op latere leeftijd ben ik begonnen met gitaarspelen en kwam ik in bands terecht. Maar ik kende ook gewoon niet genoeg mensen met wie ik zo’n plaat zou kunnen opnemen en had ook niet eerder de gelegenheid daartoe. Ik ben ook geen fulltime muzikant. Geloof niet dat ik dat zou willen. Ik ben niet zo op mijzelf gericht en vind het werk dat ik doe –ik werk in Oslo met drugsverslaafden- veel betekenisvoller dan het muzikantenbestaan.
En daarbij speel ik nog in The Devil & the Almighty Blues (harde bluesrock) die ook net een plaat hebben uitgebracht die het goed doet. En met een paar van de lui van die band ook nog in The Goo Men, een garagerockband.
“En hoe gaat het met je?” “Haha, goed, maar nu serieus: de plaat is uitverkocht en dat is natuurlijk okee. Ik heb daarom helemaal geen cd’s mee kunnen nemen om te verkopen. Maar in mijn persoonlijk leven zit het me nu tegen.” Daarna raken we in gesprek over de wijze waarop we in (huwelijks)relaties staan.
’s Avonds opent hij in een goedgevuld Ekko een Nordic Delights-avond waarop ook de Zweedse Jenny Wilson en het Deense Choir Of Young Believers (van Hollow Talk, de muziek van de Zweeds-Deense televiseserie The Bridge) staan geprogrammeerd. Nu speelt hij wel versterkt waardoor zijn stem en het spel op de akoestische gitaar meer in evenwicht zijn. Zonder aankondigingen speelt hij zes nummers, waaronder Flowers. Ook zonder inbreng van Ida Jenshus, zoals op de plaat, een prachtig nummer. Voor het merendeel weer andere liedjes dan eerder die dag, maar wederom sluit hij af met Streets.
Na het optreden spreek ik hem voor de tweede keer en geeft hij aan dat hij het optreden geen tijd wilde verdoen met gepraat tussen de nummers omdat hij zo veel mogelijk wilde laten horen in de korte tijd die tot zijn beschikking stond. Waldemar: “Persoonlijk vind ik die optredens zoals vanmiddag fijner om te doen, omdat je dan echt contact met je publiek kan hebben.”
Het gesprek komt weer op zijn werk met drugsverslaafden. Hij werkt in een instelling die deze mensen opvangt. “Dat is heel toevallig gegaan. Ik moest op mijn 23ste het leger in en kwam er achter dat dat helemaal niks voor mij was. Zat ik ineens tussen allemaal jongens van 18, 19 jaar die zaten op te scheppen dat ze met hun geweldige wapens een doel konden raken op een afstand van 4 kilometer. Binnen een week was ik er weer uit en diende ik een sociale dienstplicht te vervullen. Via een vriendin kwam ik toen bij deze instelling terecht. Het bleek dat ik met mijn muziek deze mensen kon bereiken. Dat is een gave, een kado dat mij gegeven is. En ik vind dat ik daar dan gebruik van moet maken. Dat geeft veel voldoening.”
Gezien op: 15 mei
in: The Village, Utrecht en Nordic Delights@Ekko, Utrecht
Foto’s: Hugo Vogel
30/05/2015 Permalink
Wow, wist niet dat hij in Nederland geweest is. Jammer dat wij hem niet hebben kunnen zien. Erg onder de indruk van zijn muziek, maar wij waren zelf in Amerika toen, ook niet gek 😉