De toevoeging van een saxofoon op opener Champagne Corolla zet de toon. De drums roffelt naar een heftig instrumentaal tussenstukje, maar het is de jazzy bodem die opvalt. Justin Townes Earle heeft zijn altcountry altijd al voorzien van een scheut rhythm-and-blues, op Kids In The Street (New West Records/PIAS) lijken de diverse invloeden voor het eerst echt helemaal samen te komen in een persoonlijke stijl. Die progressie valt overigens pas op na enkele luisterbeurten. Want aan de oppervlakte hebben de liedjes nog wel een te herleiden afkomst. Maybe A Moment lijkt zelfs nogal op Little Rock ’N’ Roller van zijn vader. En op What’s She Crying For wordt een typisch countrythema behandeld, waarbij de steelgitaar naar een goeie beat leidt. 15-25 heeft een ritme dat afkomstig is uit New Orleans. Maar Earle slaagt er vooral in om die invloeden langs golvende lijnen bijeen te brengen. Zo haakt Faded Valentine aan western swing, zonder dat stramien geheel te gebruiken. Duidelijk wordt ook dat Earle zo onderhand zijn plaats gevonden heeft in zijn stiel. De soms ongecontroleerde uithalen zijn verleden tijd. De singer-songwriter verliet Nashville om buiten zijn comfortzone serieus te werken aan nieuwe mogelijkheden. Die vond hij in Omaha, Nebraska, waar dit album onder leiding van producer Mike Mogis (Bright Eyes, Rilo Kiley) tot stand kwam. Uit Nashville reisde alleen steelgitarist Paul Niehaus mee. Op het titelnummer vertoeft Earle nog in Nashville, een stad die steeds duurder wordt om in te leven.
Reageren
»Nog geen reacties.
RSS feed for comments on this post.
Plaats een reactie