Nergensland ligt niet in Amerika. Het ligt in Canada. Met 36 miljoen inwoners heeft het land 3 miljoen minder inwoners dan Californië. De oneindige hoogvlakten zijn er dunbevolkt. Colter Wall komt er vandaan. Op Songs Of The Plains (Young Mary’s Record Co./Thirty Tigers/Bertus) doolt hij over de prairie. Met een stem als Johnny Cash in zijn laatste levensfase neemt de twintiger ons mee terug in de tijd. En niet alleen op Saskatchewan In 1881. Vormen zijn liedjes een anachronisme of heeft de tijd er stilgestaan? Op de stoffige wegen door het midden van nergens maakt het nauwelijks uit. Het graan ruist en fluistert de naam van Colter. Hij wil er wel sterven. ‘I’ve met beautiful women, a pleasure to see / Road-bitten bikers and barefoot hippies / Junkies and saints on my travels I greet / But far too few are homesick young plainsmen like me / Plainsmen like me.’ En dan volgt het refrein dat hij daar wil sterven in het land waar hij het meest van houdt. Maar het lichaam waarin die machtige bariton huist is nog jong, dus zover is het nog niet. Met zo’n tekst maakt Wall duidelijk dat hij in gedachten leeft in een andere tijd. En dat dat in die desolate omgeving onder de uitgestrekte hemel ook helemaal zo moeilijk niet is. Wall ervan betichten dat hij vlucht in een oude stijlvorm om zich daarmee te onderscheiden van de concurrentie is dan ook niet aan de orde. De liedjes op Songs Of The Plains zijn van alle tijden. Covers of niet. Manitoba Man is kaal en triest als een liedje van Oar van Skip Spence. Saskatchewan In 1881 heeft de lichtheid en ruimte van de eerste liedjes die The Flatlanders opnamen. Calgary Round-Up komt met een rollende jodel, waarna Wall tot rust komt tussen het vee op Night Herding Song. Dave Cobb produceerde deze verzameling cowboyliedjes. Hij hoefde geen studiotrucs uit te halen om dit klusje te klaren. Bij oude muziek horen in dit geval ook oude namen zoals die van Lloyd Green (steelgitaar) en Mickey Raphael (mondharmonica).
17/10/2018 Permalink
Veel mooier gaat het niet worden dit jaar. Na Courtney Patton’s What it’s like to fly alone een volgende klassieker in het genre. Townes van Zandt trekt tevreden een blikje bier open daarboven.