Het was, denk ik, afgelopen vrijdag in Paradiso voor het eerst dat Christian Kjellvander in Nederland optrad met een band. Eerder was ik wel al eerder bij een bandoptreden, maar daar moest ik voor naar Keulen (met mijn vrouw, onder het voorwendsel van een stedentrip. “Hé, er speelt vanavond een leuk bandje in een café hier maar 4 km vandaan.”).
Als je Kjellvander op Instagram volgt kan je zien dat hij met zijn bandleden wel plezier heeft op deze Europese toernee. Op het podium was daar weinig van te merken. Muziek is een serieuze kwestie bij de boomlange Zweed. Geen bindteksten tussen de songs. De interactie met het publiek beperkte zich tot twee keer een schuchter “Thank you” en het snel voorstellen van de drie muzikanten die hem begeleiden. In de kleine anderhalf uur van het optreden leek hij geen tijd te willen verliezen. In opperste concentratie, de ogen vaak gesloten, maar soms met een kleine glimlach, slingerde hij song na song de zaal in. Daarbij steevast kiezend voor de volle band-benadering waarmee hij de diepte van zijn songs indook. Daarbij viel de aparte opstelling van begeleiders op. Kjellvander staat zelf links voor op het podium. Naast hem de naar hem toegekeerde drummer. En achter hem de toetsenist. De bassist staat dan weer echter de drummer. Als Kjellvander zich dan ook naar de drummer wendt lijkt het wel of het publiek getuige is van een intense prive-sessie.
De singer-songwriter omschrijft zijn muziek tegenwoordig zelf als doom-country. Op zijn laatste album Wild Hxmans wordt daar een flinke dot kalme David Sylvain-achtige lome pop aan toegevoegd. In de bovenzaal van Paradiso moest dat laatste plaatsmaken voor de innerlijke Sisters of Mercy in Kjellvander. Hij speelde dan ook alleen elektrische gitaar. Niet alleen met zijn handen , maar ook met zijn voeten, want er stond een indrukwekkend palet aan pedalen ter beschikking. Ook de bassist legde soms zijn bas opzij om nog een potje gitaar te spelen. Met andere woorden: het was flink stevig en duister. Die donkere klanken werden nog eens benadrukt door de belichting van het podium. Links en rechts stonden twee grote flitslampen die op gezette tijden om en om aangingen. De overige setlampen belichtten de mannen alleen van opzij of vanachter zodat het zicht op hen beperkt was. Weer zo’n uiting van het feit dat Kjellvander alleen zijn muziek, en niet de makers ervan in het spotlight wilde hebben.
Vanzelfsprekend lag de nadruk op de nieuwe nummers, maar Kjellvander greep ook terug naar ouder werk, zoals Good Child, Transatlantic, The Valley en zelfs het al twaalf jaar oude Poppies & Peonies kwam voorbij. Na een indrukwekkende versie van Curtain Maker was het ineens voorbij. Tijd voor een toegift was er niet, de boel moest weer afgebroken worden voor de volgende band die een halfuur daarna alweer op het podium zou staan. Maar ergens geloof ik ook niet dat Kjellvander daar rouwig om was. Meer dan dit had hij niet te zeggen.
11/02/2019 Permalink
Jammer dat het geluid zo slecht was afgesteld.
12/02/2019 Permalink
Inderdaad! Echt jammer, de muziek kwam zo niet tot z’n recht.